Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 1 mei 2017 op het hoger beroep van:
(gemachtigde: mr. E.H. Bokhorst),
en
de staatssecretaris van Economische Zaken, (staatssecretaris)
Procesverloop in hoger beroep
Grondslag van het geschil
Uitspraak van de rechtbank
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
Appellant betoogt dat door de rechtbank is miskend dat de uitleg die verweerder geeft aan de regelgeving steeds wordt gewijzigd, zonder dat de betreffende regelgeving zelf gewijzigd is. In die zin overweegt de rechtbank onder 4.4 dan ook ten onrechte: “Dat de relevante wet- en regelgeving regelmatig is gewijzigd, ontslaat eiser niet van zijn verplichting bekend te zijn en te blijven met de voorwaarden waaronder zijn vergunning is verleend.” Volgens appellant is de relevante wet en regelgeving niet gewijzigd maar wordt de uitleg die daaraan wordt gegeven door verweerder wel steeds veranderd. Juist in dat verband zijn door appellant nog andere processen-verbaal overgelegd waarmee dat inzichtelijk wordt. Uit die processen-verbaal volgt dat bestellingen van klanten uit landen buiten de Europese Economische Ruimte (EER) zonder meer per post verstuurd mogen worden, terwijl aan diezelfde klanten in Nederland alleen afgeleverd mag worden op de locatie waar een vergunning voor is afgegeven en inclusief recept. Blijkens de andere processen-verbaal, in het bijzonder die van 13 augustus 2012 en 18 oktober 2011, was toen het verkopen van diergeneesmiddelen op een markt op zich, mits met recept, geen enkel probleem. Zelfs niet voor klanten in Nederland.