Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 20 juni 2016 in de zaak tussen
[naam] , te [plaats] , appellant
de staatssecretaris van Economische Zaken, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Gecontroleerde heeft tekortkomingen in de administratieve sfeer.
De afleveringen die via een marktkraam gebeuren zijn niet controleerbaar. [Appellant] koopt o.a. ook Goudakaas en nootjes en dergelijke in, t.b.v. verkoop op de markt. De opbrengsten worden als één bedrag met omschrijving “kaas” in het kasboek geboekt.
Ook op facturen, die handgeschreven zijn worden niet altijd de juiste eenheden aangegeven. Zo wordt er boter afgeleverd in KG verpakkingen en kleinverpakkingen. Dit onderscheid blijkt niet uit de facturen. Deze bevindingen hebben mij doen besluiten om de melkgift af te leiden uit de melkcontrolegegevens van het CRV, en die af te zetten tegen het fabrieks- en consumentenquotum, rekening houdend met onttrekkingen voor vervoedering, eigen gebruik, karnemelkgebruik in kaas en melk in voorraadtoename.
46 x
314.410 kg
1.188 kg
282.799 kg
171.560 kg
4 oktober 2007, ECLI:NL:CBB:2007:BB6153).
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- stelt de door appellant voor de heffingsperiode 2011/2012 verschuldigde heffing vast op € 8.013,93 en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 160,-- aan appellant te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van appellant tot een bedrag van