ECLI:NL:CBB:2015:90
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen boete opgelegd wegens overtreding van de Transportverordening met betrekking tot het vervoer van varkens
In deze zaak heeft appellante, [naam 1] B.V., hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarin een boete van € 1500,- was opgelegd door de Staatssecretaris van Economische Zaken wegens overtreding van artikel 6, derde lid, van de Transportverordening. De rechtbank had het beroep ongegrond verklaard, waarbij werd vastgesteld dat de varkens die door appellante waren vervoerd, niet geschikt waren voor transport. De rechtbank baseerde haar oordeel op diergeneeskundige verklaringen en fotomateriaal, waaruit bleek dat de varkens verwondingen hadden die hen ongeschikt maakten voor transport. Appellante betwistte de motivering van de besluiten en stelde dat de verwondingen mogelijk tijdens het transport waren ontstaan. Tevens voerde zij aan dat zij niet voldoende gelegenheid had gehad voor een contra-expertise.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) de argumenten van appellante en verweerder gehoord. Het College oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de transporten in strijd waren met de Transportverordening. Het College onderschreef de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat appellante niet aannemelijk had gemaakt dat zij in haar verdediging was geschaad. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 17 maart 2015.