ECLI:NL:CBB:2015:403
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.A.B. van Dorst-Tatomir
- E. Dijt
- H.A.A.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Regeling verbod handel met bepaalde stoffen behandelde dieren en producten
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 10 maart 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen verschillende appellanten en de Staatssecretaris van Economische Zaken. De appellanten, waaronder een aantal maatschappen en een individuele ondernemer, waren in beroep gegaan tegen besluiten van de Staatssecretaris die hen onder toezicht had geplaatst op basis van de Regeling verbod handel met bepaalde stoffen behandelde dieren en producten. De aanleiding voor deze besluiten was de vaststelling van residuen van delta 1-testosteron in monsters van runderen op de bedrijven van de appellanten. De appellanten voerden aan dat de Staatssecretaris ten onrechte de ondertoezichtstelling had opgelegd, omdat de aanwezigheid van de stof niet het bewijs van toediening opleverde. Ze verwezen naar een concept-memo dat suggereerde dat de stof een endogene oorsprong kon hebben.
De Staatssecretaris verdedigde zijn besluiten door te stellen dat de regelgeving hem verplichtte om een bedrijf onder toezicht te plaatsen zodra er residuen van verboden stoffen werden aangetroffen. Het College oordeelde dat de enkele aanwezigheid van deze residuen voldoende was voor het opleggen van de ondertoezichtstelling, ongeacht de argumenten van de appellanten. Het College concludeerde dat de besluiten van de Staatssecretaris rechtmatig waren en dat er geen aanleiding was voor schadevergoeding of proceskostenveroordeling. De beroepen van de appellanten werden ongegrond verklaard.