Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
Uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 mei 2015 in de zaken tussen
de staatssecretaris van Economische Zaken, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Artikel 5 van de Beleidsregels luidt, voor zover van belang:
a. in de omschrijving van de betrokken randvoorwaarde wordt een rechtstreeks verband met de opzettelijkheid van de niet-naleving gelegd;
b. de mate van complexiteit van de randvoorwaarde;
c. de aanwezigheid van langdurig bestendig beleid;
d. de niet-naleving veronderstelt een actieve handeling dan wel het bewust nalaten van een handeling;
e. de omstandigheid dat de landbouwer reeds eerder op de hoogte is gesteld van onvolkomenheden in de naleving ten aanzien van de randvoorwaarde, en
f. de mate waarin de randvoorwaarde niet wordt nageleefd.”
Het horen vormt een essentieel onderdeel van de bezwaarschriftprocedure, waarvan slechts bij wijze van uitzondering kan worden afgezien. In aanmerking nemende wat in rechtsoverweging 12.2 is overwogen, heeft verweerder zich naar het oordeel van het College terecht op het standpunt gesteld dat redelijkerwijs geen twijfel mogelijk is dat de bezwaren niet kunnen leiden tot een ander besluit. Verweerder mocht daarom op grond van artikel 7:3, aanhef en onder a, van de Awb van horen afzien.