Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
Uitspraak van de meervoudige kamer van 11 november 2014 in de zaak tussen
[naam 2]en
[naam 3], te [plaats 1], appellanten
de staatssecretaris van Economische Zaken, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
(p-v) heeft [naam 2] op 24 november 2011 onder meer het volgende verklaard:
Mijn vader had de administratie voor mij opgeruimd. Ik weet dat ik de administratie, logboeken en hokkaarten enige jaren moet bewaren. Mijn vader is halverwege 2010 overleden.
Hij had een heleboel goede dingen, maar hij had ook zijn tekortkomingen. Met name het opruimen van de administratie, hierdoor ben ik nu fout.
Het is wel mijn verantwoording, hetgeen ik wel snap.
Het p-v vermeldt dat [naam 2] [naam 7] telefonisch op 12 december 2011 heeft meegedeeld dat hij de logboeken en hokkaarten had teruggevonden en dat hij deze administratie zou toezenden. Vervolgens heeft [naam 7] op 19 december 2011 een pakket met administratieve bescheiden uit de administratie van het bedrijf van appellanten ontvangen. Volgens het p-v bestond dit pakket uit de Voedsel Keten Informatie (VKI) formulieren met betrekking tot afgeleverde slachtkuikens over de periode 17 maart 2009 tot en met 13 oktober 2010, de controlekaarten Vleeskuikens over de periode 30 januari 2009 tot en met 27 augustus 2010 en de logboekbonnen van Dierenkliniek [naam 9] met betrekking tot de leveranties van diergeneesmiddelen in de periode 9 april 2009 tot en met 16 december 2009. Voorts vermeldt het p-v dat de logboekbonnen van leveranties van diergeneesmiddelen met betrekking tot 2010 van genoemde dierenkliniek in de administratie van [naam 2] zaten. [naam 7] zag, aldus het p-v, op een aantal controlekaarten Vleeskuikens dat elke koppel vleeskuikens een of meerdere dagen was behandeld met Baytril en Paracilline en dat deze behandeling ook was vermeld op de formulieren VKI. [naam 7] zag verder op de bijlagen 1 tot en met 48 van het proces-verbaal nr. 67391 ten aanzien van de leverancier van diergeneesmiddelen Dierenkliniek [naam 9] te [plaats 2] geen leveranties van de diergeneesmiddelen Baytril en Paracilline. Op 27 januari 2012 is [naam 2] opnieuw verhoord door [naam 7]. Volgens het p-v heeft [naam 2] daarbij onder meer het volgende verklaard:
“Het is ongeveer 5 a 6 jaar geleden begonnen met de aankoop van diergeneesmiddelen bij [naam 5]. Appie Visscher kwam hier op het bedrijf langs voor [naam 5]. Appie vertelde dat hij vitaminen en mineralen kon leveren. Later vertelde hij dat hij alles kon leveren. Ik dacht dat het goedkoper was als bij de dierenarts.
Wat op de controlekaarten staat als paracilline is in werkelijkheid amoxycylline en afkomstig van [naam 5]. Ik heb altijd vermeld op de controle wanneer ik paracilline gebruikt heb bij de kuikens, maar dan was dit amoxycylline. De Baytril die vermeld staat op de controlekaarten is ook afkomstig van [naam 5] en hier gebracht door Appie Visscher.
Op de rekeningen van [naam 5] staan altijd andere namen vermeld.
(…)
Aangezien de controleautoriteit vergaande bevoegdheden heeft, is als waarborg vastgelegd dat in ieder geval een goed en zorgvuldig controleverslag wordt opgemaakt, dat ter toetsing dient te kunnen worden voorgelegd. Het puntenstelsel in de Beleidsregels normenkader randvoorwaarden GLB (Beleidsregels) houdt geen evaluatie in als bedoeld in artikel 48, eerste lid, onder c, van Verordening (EG) nr. 796/2004.
2. Bij aankoop wordt het aankoopbewijs van het diergeneesmiddel of het gemedicineerd diervoeder in de administratie van de degene die bedrijfsmatig dieren houdt opgenomen, met dien verstande dat in het geval degene die bedrijfsmatig dieren houdt het diergeneesmiddel of gemedicineerd diervoerder ontvangen heeft door tussenkomst van een dierenarts of personen als bedoeld in artikel 30, tweede lid, onderdeel f, van de wet, de gegevens als opgenomen in de administratie van de dierenarts of de personen, bedoeld in artikel 30, tweede lid, onder f, van de wet, worden gelijkgesteld met het logboek.
3. Het aankoopbewijs dan wel de administratie van de dierenarts of de personen, bedoeld in artikel 30, tweede lid, onderdeel f, van de wet, bevat de volgende gegevens:
a. naam van het diergeneesmiddel of de soort gemedicineerd voeder
b. de naam en het adres van de leverancier;
(…)”
p-v zoals hiervoor in 1 weergegeven, is het College van oordeel dat verweerder terecht heeft geoordeeld dat appellanten met betrekking tot de door [naam 5] en/of [naam 6] geleverde geneesmiddelen amoxicilline en Baytril de uit artikel 40, tweede lid, van de Wet voortvloeiende verplichting om het logboek met inachtneming van de daaromtrent in artikel 91 van de Regeling gestelde regels zo bij te houden, dat daaruit de ontvangst, de toepassing of vervoedering van deze diergeneesmiddelen blijkt, hebben overtreden. Nu uit het p-v blijkt dat deze geneesmiddelen niet voorkomen op de logboekbonnen van de Dierenkliniek [naam 9] uit de administratie van het bedrijf van appellanten en [naam 2] heeft verklaard dat op de facturen van [naam 5] nooit de juiste benaming van de geleverde medicijnen stond vermeld, is aannemelijk dat zich in het logboek van het bedrijf van appellanten geen aankoopbewijzen met betrekking tot genoemde medicijnen bevonden die voldoen aan de daaraan ingevolge artikel 91 van de Regeling gestelde eisen. Het College merkt hierbij overigens op dat de in geding zijnde korting uitdrukkelijk niet is gebaseerd op het niet-naleven van het verbod een niet geregistreerd diergeneesmiddel te bereiden, voorhanden of in voorraad te hebben, af te leveren of bij dieren toe te passen, indien dit verboden groeihormonen bevat. In de checklist is in dit verband overwogen dat het in dit geval niet gaat om medicijnen met hormonen en/ of bèta-agonisten, maar om ‘reguliere’ niet geregistreerde medicijnen, zodat geen sprake is van overtreding van evengenoemd verbod en hiervoor derhalve geen korting wordt opgelegd.