ECLI:NL:CBB:2014:401
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- R.R. Winter
- E. Dijt
- S.C. Stuldreher
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete wegens overschrijding van fosfaatgebruiksnormen en verwijtbaarheid in het kader van de Meststoffenwet
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 24 oktober 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over een bestuurlijke boete die aan appellant was opgelegd wegens overtreding van de Meststoffenwet. De staatssecretaris van Economische Zaken had op 25 februari 2011 een boete van € 20.636,-- opgelegd aan appellant, omdat hij in 2009 de voor hem geldende fosfaatgebruiksnorm had overschreden. De rechtbank Noord-Nederland had het beroep van appellant ongegrond verklaard, waarna appellant in hoger beroep ging.
De rechtbank oordeelde dat appellant de bevindingen van de controle niet had bestreden en dat hij verantwoordelijk was voor de naleving van de gebruiksnormen. Appellant voerde aan dat hij niet op de hoogte was van de overschrijding en dat hij geen eigen silo had om de mest te bemonsteren. Het College overwoog dat appellant zelf verantwoordelijk is voor de samenstelling van de mest en dat hij niet tijdig had aangemeld voor fosfaatcompensatie. De staatssecretaris had terecht geoordeeld dat de boete in verhouding stond tot de overtreding, gezien de milieu-impact van de overschrijding.
Het College bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die aanleiding gaven tot matiging van de boete. De conclusie was dat het hoger beroep ongegrond was en dat de aangevallen uitspraak diende te worden bevestigd. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.