Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
Uitspraak van de meervoudige kamer van 20 december 2013 in de zaak tussen
[naam 1] en [naam 2], te [woonplaats], appellanten
de Staatssecretaris van Economische Zaken, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
26 september 2012 (ECLI:NL:CBB:2012:BY0527). In de onderhavige procedure bestaat naar het oordeel van het College echter aanleiding om wel procesbelang aan te nemen. Volgens vaste jurisprudentie (zie ECLI:NL:CRVB:BH9365 en ECLI:NL:RVS:2010:BN4281) bestaat procesbelang bij een beroep voor zover dat is gericht tegen het niet vergoeden van de in de bezwaarfase gemaakte kosten. Het College stelt in dit verband vast dat het beroep van appellanten is gericht tegen de afwijzing van het verzoek om vergoeding van een gedeelte van die kosten. Het College acht het beroep daarom ontvankelijk en overweegt verder als volgt.
5. Het beroep is gegrond. Het bestreden besluit, voor zover daarbij de kosten van het GPS-rapport niet zijn vergoed, dient te worden vernietigd. Het College ziet aanleiding om zelf in de zaak te voorzien door te bepalen dat verweerder de kosten van het GPS-rapport tot een bedrag van € 1.635,- vergoedt (109 hectare à € 15,-).
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit, voor zover daarbij het verzoek om vergoeding van de kosten van het GPS-rapport is afgewezen;
- bepaalt dat verweerder de kosten van het GPS-rapport tot een bedrag van € 1.635,- alsnog vergoedt;
- bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats komt van het vernietigde (onderdeel van het) bestreden besluit;
- veroordeelt verweerder in de door appellanten gemaakte proceskosten tot een bedrag van € 552,-;
- bepaalt dat verweerder het door appellanten betaalde griffierecht, zijnde € 310,- vergoedt.