ECLI:NL:CBB:2013:228

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
6 november 2013
Publicatiedatum
11 november 2013
Zaaknummer
AWB 10/1402
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kostenveroordeling in bestuursrechtelijke procedure tussen Netbeheer Nederland en Autoriteit Consument en Markt

In deze zaak heeft Netbeheer Nederland (verzoekster) een verzoek ingediend tot kostenveroordeling tegen de Autoriteit Consument en Markt (ACM) (verweerster) na een eerdere uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven. Het verzoek is ingediend op basis van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), nadat ACM op 30 juli 2013 een nieuw besluit had genomen dat gedeeltelijk tegemoetkwam aan het beroep van Netbeheer. Het College had eerder, op 24 augustus 2012, ACM opgedragen om het bestreden besluit te motiveren of een ander besluit te nemen. Na de intrekking van het beroep door Netbeheer op 3 september 2013, verzocht zij het College om ACM in de kosten te veroordelen.

Het College heeft overwogen dat ACM met het besluit van 30 juli 2013 gedeeltelijk aan het beroep van Netbeheer tegemoet is gekomen, ondanks dat ACM dit als een ondergeschikte wijziging beschouwde. Het College oordeelde dat de wijziging niet afdoet aan de kostenveroordeling, aangezien ACM op verzoek van Netbeheer had gehandeld. De kosten werden vastgesteld op € 708, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij het College de complexiteit van de zaak als 'zwaar' heeft aangemerkt.

De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer op 6 november 2013, waarbij het verzoek om kostenveroordeling werd toegewezen. ACM werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan Netbeheer. De uitspraak is openbaar gemaakt en belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen zes weken verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

Zaaknummer: 10/1402
18400
Uitspraak van de meervoudige kamer van 6 november 2013 op het verzoek als bedoeld in artikel 8:75a, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, ingediend door:

Netbeheer Nederland (Netbeheer), te Arnhem, verzoekster

(gemachtigde: mr. R. Elkerbout),
tegen

de Autoriteit Consument en Markt (ACM), verweerster

(gemachtigde: mr. drs. R.P. Duurinck).

Procesverloop

Netbeheer heeft bij brief van 23 december 2010 beroep ingesteld tegen een besluit van ACM van 11 november 2010 (het bestreden besluit).
Bij tussenuitspraak van 24 augustus 2012 (ECLI:NL:CBB:2012:BX6776) heeft het College ACM opgedragen het bestreden besluit op het punt van de tariefstructuren voor de diensten als bedoeld in de artikelen 2.5.1.11 tot en met 2.5.1.13 van de Tarievencode Gas (TCG) van een deugdelijke motivering te voorzien dan wel in zoverre een ander besluit te nemen.
Op 30 juli 2013 heeft ACM een nieuw besluit genomen.
Bij brief van 3 september 2013 heeft Netbeheer haar beroep ingetrokken en het College verzocht ACM op grond van artikel 8:75a, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de kosten te veroordelen.
ACM heeft een verweerschrift ingediend.
Netbeheer heeft gereageerd.

Overwegingen

1.
Het College ziet aanleiding uitspraak te doen met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, gelezen in samenhang met artikel 8:75a, derde lid, Awb.
2.
Ingevolge artikel 8:75a, eerste lid, Awb kan, in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 Awb in de kosten worden veroordeeld.
3.1
Netbeheer legt aan haar verzoek ten grondslag dat ACM met het besluit van 30 juli 2013 gedeeltelijk aan haar beroep is tegemoetgekomen.
3.2
ACM verzoekt het College af te zien van een kostenveroordeling, dan wel daarbij de wegingsfactor 'zeer licht' te hanteren. ACM betoogt dat zij onverplicht is tegemoetgekomen, nu zij, gelet op de tussenuitspraak, ook had kunnen volstaan met een wijziging van de motivering. ACM is meegegaan met de door Netbeheer voorgestelde wijziging vanwege de beperkte omvang van die wijziging. Het gaat om een wijziging op een ondergeschikt punt. Verder is geen sprake van verwijtbare onrechtmatigheid.
4.
Het College overweegt dat het besluit van 30 juli 2013 onder meer de volgende passage bevat:
" (...)
19.
Het overleg tussen ACM en Netbeheer Nederland heeft echter geleid tot verder wederzijds inzicht. Daarbij heeft Netbeheer Nederland aangegeven dat ingestemd kan worden met het voorstel, maar pas nadat daarvoor een wijziging in de voorgeschreven verzamelposten heeft plaatsgevonden.
21.
ACM is dan ook van oordeel dat wijziging van het besluit gewenst is.
(...) "
Naar het oordeel van het College laat deze passage – mede in het licht van de daaraan voorafgaande aanvulling van de motivering – geen andere conclusie toe dan dat ACM met de bij het besluit van 30 juli 2013 doorgevoerde wijziging gedeeltelijk is tegemoetgekomen aan het beroep van Netbeheer. Dat het daarbij in de visie van ACM om een ondergeschikte en onverplichte wijziging gaat, doet daaraan niet af, evenmin als het betoog van ACM dat de wijziging niet is terug te voeren op (verwijtbare) onrechtmatigheid.
Er bestaat op grond van artikel 8:75a Awb derhalve aanleiding om ACM met toepassing van artikel 8:75 Awb te veroordelen in de kosten van Netbeheer.
5.
De kosten bedoeld in artikel 8:75 Awb worden vastgesteld op de voet van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). Deze kosten stelt het College voor door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 708,-- (1 punt voor het verschijnen ter zitting, tegen een waarde van € 472,-- per punt, met een wegingsfactor van 1,5). Het beroepschrift is ingediend door de directeur van Netbeheer, en daarmee niet door een derde, zodat hiervoor geen punten worden toegekend. De reactie van Netbeheer op het besluit van 30 juli 2013 merkt het College niet aan als schriftelijke zienswijze na een bestuurlijke lus, nu deze reactie zich inhoudelijk beperkt tot de opmerking dat dit besluit deels aan het beroep is tegemoetgekomen. Hiervoor worden dus evenmin punten toegekend.
Voor de wegingsfactor merkt het College het gewicht van de zaak, gelet op de complexiteit en omvang, als 'zwaar' aan. Anders dan ACM kennelijk voorstaat, kan deze wegingsfactor niet afhankelijk worden gemaakt van het gewicht van het aspect van de zaak waarop de tegemoetkoming betrekking heeft, en het College ziet ook overigens geen grond om met toepassing van artikel 2, tweede of derde lid, Bpb tot een afwijkende vergoeding te komen.
Ten overvloede merkt het College op dat ACM tot vergoeding van het door Netbeheer betaalde griffierecht los van deze procedure reeds is gehouden op grond van artikel 8:41, vierde lid, eerste volzin, Awb.
6.
Het voorgaande leidt met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, Awb, gelezen in samenhang met artikel 8:75a, derde lid, Awb, tot de volgende uitspraak.

Beslissing

Het College:
- wijst het verzoek om kostenveroordeling toe;
- veroordeelt ACM in de proceskosten tot een bedrag van € 708,--, te betalen aan Netbeheer.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.M. Wolters, mr. R.C. Stam en mr. H.O. Kerkmeester, in aanwezigheid van mr. M.J. van Veen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 6 november 2013.
w.g. C.M. Wolters w.g. M.J. van Veen
Een belanghebbende kan tegen deze uitspraak ingevolge artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag van verzending gemotiveerd verzet doen bij het College, door middel van een ondertekend verzetschrift. Indien u verzet indient en over het verzet wenst te worden gehoord, kunt u dit in uw verzetschrift vragen.