ECLI:NL:CBB:2008:BD8811
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- W.E. Doolaard
- E.J.M. Heijs
- S.C. Stuldreher
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de wijziging van de negatieve vetcorrectie in de superheffingsregeling voor melkproducenten
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gedateerd 23 juli 2008, wordt het beroep van appellanten, een maatschap van melkveehouders, tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit behandeld. De appellanten hebben bezwaar gemaakt tegen een brief van de minister waarin wijzigingen in de superheffingsregels voor melkproducenten worden aangekondigd, specifiek met betrekking tot de negatieve vetcorrectie. Deze wijziging, die op 1 april 2007 in werking trad, heeft aanzienlijke gevolgen voor de heffingsvrije hoeveelheid melk die de appellanten kunnen leveren. De appellanten, die beschikken over een melkquotum met een relatief hoog referentievetgehalte, stellen dat de brief van de minister hen dwingt om een keuze te maken die hun rechtspositie beïnvloedt, en dat deze brief moet worden beschouwd als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De minister heeft echter betoogd dat de brief geen publiekrechtelijke rechtshandeling inhoudt en dat appellanten moeten wachten op de vaststelling van de superheffing door het Productschap Zuivel. Het College oordeelt dat de brief van de minister feitelijke mededelingen bevat en geen rechtsgevolgen teweegbrengt. De appellanten kunnen niet worden ontvangen in hun bezwaren, omdat de brief geen besluit is in de zin van de Awb. Het College verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de beslissing van de minister.
Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor melkproducenten om zich bewust te zijn van de gevolgen van wijzigingen in de regelgeving en de rol van de bevoegde autoriteiten in het vaststellen van heffingen en besluiten.