ECLI:NL:CBB:2008:BC3413
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- C.M. Wolters
- J.A. Hagen
- J. Borgesius
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verplichtstelling deelname aan bedrijfstakpensioenfonds voor langdurige uitzendkrachten
In deze zaak gaat het om hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam over de verplichtstelling van deelname aan een bedrijfstakpensioenfonds voor langdurige uitzendkrachten. De Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor Langdurige Uitzendkrachten had Opstap Uitzendbureau B.V. verplicht gesteld om deel te nemen aan het pensioenfonds. Opstap heeft bezwaar gemaakt tegen deze verplichtstelling, stellende dat zij als agrarisch loonbedrijf niet onder de werkingssfeer van het pensioenfonds valt. De rechtbank heeft het beroep van Opstap gegrond verklaard en de Stichting opgedragen om een nieuw besluit te nemen over de vraag of Opstap onder de werkingssfeer valt en of zij in aanmerking komt voor een vrijstelling.
De Stichting heeft in hoger beroep gesteld dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de brief van Opstap van 10 mei 2006 als een verzoek om vrijstelling moest worden aangemerkt. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de argumenten van de Stichting overwogen en geconcludeerd dat de brief van Opstap geen verzoek om vrijstelling bevatte. Het College oordeelt dat de Stichting niet verplicht was om de brief als een verzoek om vrijstelling te behandelen, omdat Opstap niet heeft aangetoond dat zij onder de aansluitplicht valt of dat er redenen zijn voor vrijstelling.
Het College heeft de uitspraak van de rechtbank vernietigd en verklaart zich onbevoegd om van het beroep van Opstap kennis te nemen. Het hoger beroep van de Stichting is gegrond verklaard, terwijl het hoger beroep van Opstap niet-ontvankelijk is verklaard. De beslissing van het College benadrukt de noodzaak voor werkgevers om expliciet om vrijstelling te verzoeken indien zij menen niet onder de verplichtstelling te vallen.