ECLI:NL:CBB:2007:BA4854
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- E.J.M. Heijs
- H.A.B. van Dorst Tatomir
- M.J. Kuiper
- Rechtspraak.nl
Herplantplicht onder de Boswet en de beoordeling van ontheffing
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gedateerd 4 april 2007, staat de herplantplicht onder de Boswet centraal. Appellant, een melkveehouder, had een verzoek ingediend om ontheffing van de herplantplicht na het vellen van ongeveer 700 Canadese populieren op zijn perceel. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit had dit verzoek afgewezen, wat leidde tot een beroepsprocedure. De Boswet verplicht eigenaren van grond waarop houtopstanden zijn geveld tot herbeplanting, tenzij er sprake is van een goedgekeurd bestemmingsplan dat de grond voor andere doeleinden nodig heeft. Appellant stelde dat zijn perceel agrarisch gebied van hoge landschappelijke waarde is en dat de aanwezigheid van de houtopstand het agrarisch gebruik belemmert. Tijdens de zitting op 10 januari 2007 was appellant niet aanwezig, maar zijn gemachtigde heeft het standpunt van appellant toegelicht. Het College oordeelde dat de Minister de herplantplicht niet ten onrechte had opgelegd, omdat appellant niet had aangetoond dat er een traject van uitvoering voor een bouwvergunning was. Het College vernietigde het bestreden besluit echter vanwege een gebrek aan motivering en oordeelde dat de Minister opnieuw op het bezwaar van appellant moest beslissen, met inachtneming van de status van de 'Beheervisie C'. Het College concludeerde dat de bezwaren van appellant onvoldoende waren onderbouwd om ontheffing te rechtvaardigen, maar dat de Minister de argumenten van appellant in de heroverweging moest betrekken.