ECLI:NL:CBB:2006:AV3471
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Registratieplicht van een onderneming onder de Registratieverordening Hoofdbedrijfschap Ambachten
In deze zaak heeft Royal Stone Nederland B.V. beroep ingesteld tegen een besluit van het Hoofdbedrijfschap Ambachten, waarbij haar bedrijf op grond van de Registratieverordening is geregistreerd. Het beroep is ingediend op 25 februari 2005, tegen een besluit van 18 januari 2005, dat het bezwaar van appellante tegen een eerdere registratie van 19 juli 2004 ongegrond verklaarde. De registratie was gebaseerd op de stelling dat 10% van de omzet van appellante afkomstig was uit het natuursteenbedrijf, wat volgens de Registratieverordening registratieplichtig is.
De appellante betwistte de registratie en voerde aan dat haar bedrijf niet onder de werkingssfeer van het Hoofdbedrijfschap valt, omdat het bedrijf niet voldoet aan de kenmerken van een ambachtsbedrijf. Appellante stelde dat haar onderneming, met 70 werknemers en een jaaromzet van 10 miljoen euro, niet kan worden gekarakteriseerd als een ambachtsbedrijf, aangezien slechts een klein percentage van de omzet uit natuursteenactiviteiten voortkomt. De appellante betoogde dat de registratie onterecht was, omdat de werkzaamheden van haar bedrijf niet als ambachtelijk kunnen worden aangemerkt.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de argumenten van appellante beoordeeld en geconcludeerd dat de registratie van appellantes bedrijf terecht was. Het College oordeelde dat de Registratieverordening van toepassing is op ondernemingen die een ambacht uitoefenen, en dat het feit dat een onderneming slechts gedeeltelijk ambachtelijke werkzaamheden verricht, niet uitsluit dat deze onderneming registratieplichtig is. Het College heeft vastgesteld dat de omzet uit natuursteenactiviteiten voldoende was om de registratie te rechtvaardigen. Het beroep van appellante werd ongegrond verklaard, en de registratie werd gehandhaafd.