1. Procesverloop
1.1 Voor een beschrijving van het verloop van de procedures tot en met de beroepsfase wordt verwezen naar § 1.1 tot en met 1.5 van de uitspraak van 23 december 2004 van de rechtbank (TELEC 03/2420-, 03/2421-, 03/2422-, 04/307-, 04/312-, 04/313-, 04/314-, 04/315-, 04/321- tot en met 04/329-, 04/331- en 04/332-HRK; <www.rechtspraak.nl>, LJN AS1892 of AT0606; Mediaforum 2005, blz. 129).
Bij brief van 31 januari 2005 heeft OPTA hoger beroep ingesteld tegen evengenoemde rechtbankuitspraak. Dit hoger beroep is geregistreerd onder nummer 05/83.
Bij brieven van 1 februari 2005 hebben KPN en UPC hoger beroep ingesteld tegen evengenoemde rechtbankuitspraak. Deze hoger beroepen zijn geregistreerd onder nummers 05/84 (UPC) en 05/85 (KPN).
Bij brieven van 2 februari 2005 hebben Tele2 en Versatel hoger beroep ingesteld tegen dezelfde uitspraak. Deze hoger beroepen zijn geregistreerd onder nummers 05/86 (Tele2) en 05/87 (Versatel).
Bij brief van 3 februari 2005 hebben Enertel, MCI, Priority en wederom Versatel hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank. Dit hoger beroep is geregistreerd onder nummer 05/88.
Bij brief van 14 maart 2005 heeft Versatel haar hoger beroep in zaak 05/87 ingetrokken, onder handhaving van haar hoger beroep in zaak 05/88.
Bij op 19 mei 2005 verzonden uitspraak is het hoger beroep van UPC niet-ontvankelijk verklaard.
Op 8 maart 2005 heeft KPN de gronden van haar hoger beroep ingediend.
Op 9 maart 2005 heeft Tele2 de gronden van haar hoger beroep ingediend.
Op 22 maart 2005 heeft OPTA de gronden van haar hoger beroep ingediend.
Bij griffiersbrieven van 4 april 2005 zijn Enertel, MCI, Priority, Tele2, UPC en Versatel in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op de hoger beroepen van KPN en OPTA.
Bij griffiersbrieven van 4 april 2005 is KPN in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op de hoger beroepen van Enertel, MCI, OPTA, Priority, Tele2 en Versatel.
Bij griffiersbrieven van 4 april 2005 is OPTA in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op de hoger beroepen van Enertel, KPN, MCI, Priority, Tele2 en Versatel.
Bij brief van 2 mei 2005 heeft KPN gereageerd op het hoger beroep van Tele2.
Bij brief van 2 mei 2005 heeft Tele2 gereageerd op de hoger beroepen van KPN en OPTA.
Bij brief van 9 mei 2005 hebben Enertel, MCI, Priority en Versatel de gronden van hun hoger beroep aangevuld en gereageerd op de hoger beroepen van KPN en OPTA.
Bij brief van 18 mei 2005 heeft UPC gereageerd op de hoger beroepen van KPN en OPTA.
Bij brief van 27 mei 2005 heeft OPTA gereageerd op de hoger beroepen van Enertel, KPN, MCI, Priority, Tele2 en Versatel.
Bij besluit van 31 augustus 2005 heeft OPTA de motivering van haar beslissingen van 9 juli 2003 en 23 december 2003 op de bezwaren van Enertel, MCI, Priority, Tele2, UPC en Versatel tegen de besluiten van 29 mei 2001 (EDC IV/BULRIC I) en 27 juni 2002 (EDC V/BULRIC II) aangevuld.
Bij griffiersbrief van 8 september 2005 is partijen medegedeeld dat de hoger beroepen van Enertel, KPN, MCI, Priority, Tele2 en Versatel ingevolge het eerste lid van de artikelen 6:18, 6:19 en 6:24 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) geacht worden mede te zijn gericht tegen het besluit van 31 augustus 2005 en zijn deze partijen in de gelegenheid gesteld de gronden van hun hoger beroep aan te vullen naar aanleiding van het nadere besluit van OPTA.
Bij brief van 5 oktober 2005 hebben Enertel, MCI, Priority en Versatel de gronden van hun hoger beroep aangevuld.
Bij brief van 6 oktober 2005 heeft Tele2 de gronden van haar hoger beroep aangevuld.
Bij brieven van 8 november 2005 heeft KPN gereageerd op de brief van 5 oktober 2005 van Enertel, MCI, Priority en Versatel en op de brief van 6 oktober 2005 van Tele2.
Bij brief van 1 december 2005 heeft OPTA gereageerd op de brief van 5 oktober 2005 van Enertel, MCI, Priority en Versatel en op de brief van 6 oktober 2005 van Tele2.
1.2 Bij griffiersbrieven van 22 augustus 2005 is partijen medegedeeld dat de rechtbank een aantal stukken aan het College heeft toegezonden dat in beroep door OPTA aan de rechtbank is toegezonden onder de mededeling als bedoeld in artikel 8:29, eerste lid, Awb. OPTA is verzocht kenbaar te maken of zij wenst dat in hoger beroep uitsluitend het College kennis neemt van de betreffende stukken, met uitzondering van de stukken ten aanzien waarvan de rechtbank beperking van de kennisneming niet gerechtvaardigd heeft geoordeeld en die vervolgens op verzoek van OPTA bij de openbare gedingstukken zijn gevoegd.
Bij brief van 5 september 2005 heeft OPTA medegedeeld dat uitsluitend het College in hoger beroep kennis zal mogen nemen van de stukken ten aanzien waarvan de rechtbank beperking van de kennisneming in beroep gerechtvaardigd heeft geoordeeld.
Bij brief van 28 oktober 2005 heeft OPTA, in reactie op een griffiersbrief van 26 september 2005, haar mededeling nader toegelicht, door de rechtbank niet ingezonden vertrouwelijke stukken of delen daarvan aan het College toegezonden en het College in overweging gegeven haar in staat te stellen openbare versies van de vertrouwelijke stukken in te zenden, welk verzoek bij griffiersbrief van 1 november 2005 is ingewilligd.
Op 11 november 2005 heeft OPTA door haar als openbaar aangeduide stukken inzake EDC II, EDC IV en EDC V ingediend, onder mededeling dat zij KPN voorafgaand aan toezending aan de andere partijen in staat stelt deze stukken op bedrijfsvertrouwelijkheid te controleren.
Op 17 november 2005 heeft OPTA openbare stukken inzake EDC III ingediend, onder mededeling dat zij deze stukken in de beroepsprocedure bij de rechtbank al aan de andere partijen heeft toegezonden.
Op 22 november 2005 heeft OPTA openbare stukken inzake EDC II, EDC IV en EDC V ingediend, onder mededeling dat KPN de op 11 november 2005 ingediende stukken heeft onderzocht op bedrijfsvertrouwelijkheid en dat haar reactie voor OPTA aanleiding vormt laatstbedoelde stukken te wijzigen. OPTA heeft medegedeeld de "definitieve openbare versies" van de stukken inzake EDC II, EDC IV en EDC V aan de andere partijen te zullen toezenden.
Bij brief van 8 december 2005 heeft OPTA, in reactie op een bij griffiersbrief van 2 december 2005 bevestigd e-mailbericht van 1 december 2005, de mededeling als bedoeld in artikel 8:29, eerste lid, Awb nader toegelicht.
Bij brief van 19 december 2005 heeft OPTA, in reactie op een e-mailbericht van 16 december 2005, de mededeling als bedoeld in artikel 8:29, eerste lid, Awb uitgebreid tot de stukken B66 en B69 inzake EDC III en stuk B47 inzake EDC IV.
Bij griffiersbrieven van 8 en 26 september 2005, 14 oktober 2005 en 25 november 2005 zijn partijen op de hoogte gebracht van de stand van zaken in de procedure op grond van artikel 8:29 Awb.