ECLI:NL:RVS:2025:708
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep vreemdeling inzake verblijfsvergunning asiel na in behandeling name door de minister
Op 22 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem. De rechtbank heeft op 1 december 2023 het beroep gegrond verklaard, het besluit van de staatssecretaris vernietigd en bepaald dat de rechtsgevolgen daarvan geheel in stand blijven. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. E. Derksen, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
Nadat het hoger beroep was ingesteld, heeft de minister van Asiel en Migratie de asielaanvraag van de vreemdeling alsnog in behandeling genomen. Hierdoor heeft de vreemdeling onvoldoende belang bij een inhoudelijke beoordeling van zijn hoger beroep, aangezien hij zijn doel heeft bereikt. De Raad van State heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat de minister zijn asielaanvraag inmiddels heeft behandeld. De minister is niet verplicht om proceskosten te vergoeden, aangezien hij niet tegemoet is gekomen aan de vreemdeling door het tijdsverloop.
De uitspraak van de Raad van State, gedaan op 24 februari 2025, bevestigt dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is verklaard. De beslissing is vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. N.A. de Jong, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.