ECLI:NL:RVS:2025:3176
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- M. den Heyer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep en verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 14 juli 2025 uitspraak gedaan in een hoger beroep van een appellant tegen een beslissing van de minister van Asiel en Migratie. De minister had op 17 april 2025 de aanvraag van de appellant om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, verklaarde op 10 juni 2025 het beroep van de appellant ongegrond. De appellant, vertegenwoordigd door mr. M.P.J.W.M. Govers, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Het verzoek om voorlopige voorziening is afgewezen, en de minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. De voorzieningenrechter heeft de motivering van de rechtbank overgenomen en geconcludeerd dat er geen vragen zijn die in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling beantwoord moeten worden.