202407286/1/A2.
Datum uitspraak: 9 juli 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
Spectrum Invest B.V., gevestigd in Den Haag (hierna: Spectrum Invest),
appellante,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 22 oktober 2024 in zaak nr. 23/6935 in het geding tussen:
Spectrum Invest
en
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag (hierna: het college).
Procesverloop
Bij besluit van 7 februari 2023 heeft het college een aanvraag van Spectrum Invest om verlening van een woningvormingsvergunning voor de woning Maststraat 51 te Den Haag (hierna: de woning), afgewezen.
Bij besluit van 7 september 2023 heeft college het door Spectrum Invest daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 22 oktober 2024 heeft de rechtbank het door Spectrum Invest daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft Spectrum Invest hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een schriftelijke uiteenzetting ingediend.
Geen van de partijen heeft binnen de gestelde termijn verklaard gebruik te willen maken van het recht ter zitting te worden gehoord, waarna de Afdeling het onderzoek met toepassing van artikel 8:57, derde lid, gelezen in verbinding met artikel 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht heeft gesloten.
Overwegingen
1. Spectrum Invest is sinds 2022 eigenaar van de woning die is gelegen in de Visserijbuurt. In 2002 is de woning ontstaan uit een samenvoeging van twee woningen. Spectrum Invest wil de woning verbouwen tot twee zelfstandige woonruimten.
2. Het college heeft de aanvraag om een woningvormingsvergunning afgewezen, omdat de woning is gelegen in een gebied waar woningvorming negatieve gevolgen kan hebben op kwaliteit van de woonruimtevoorraad, het karakter van het gebied of de leefbaarheid van de omgeving. Verder heeft het college belang gehecht aan het behoud van een grotere woning in dit gebied.
Het college heeft de afwijzing in bezwaar gehandhaafd. Volgens het college doet zich in dit geval een andere situatie voor dan in de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 30 januari 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:729, omdat het hier niet gaat om twee zonder bouwkundige voorzieningen geheel zelfstandig te bewonen appartementen die onderling verbonden zijn met slechts één te verwijderen doorgang, maar om een sinds 2002 kadastrale samenvoeging tot één woning met één huisnummer. Bovendien heeft Spectrum Invest de woning pas in 2022 gekocht na inwerkingtreding van de Huisvestingsverordening Den Haag, terwijl in die uitspraak de woningen nog steeds door dezelfde bewoners werden bewoond die er al jaren vóór de inwerkingtreding van die verordening woonden. Het college ziet verder in de motie van de gemeenteraad van 20 mei 2021, waarin staat dat in het verleden samengevoegde woningen splitsbaar blijven, geen aanleiding voor toepassing van de hardheidsclausule. Het college heeft daaraan zijn brief van 5 oktober 2021 aan de raad ten grondslag gelegd, waarin het college die motie heeft afgedaan met de mededeling dat, als op voorhand voor een bepaalde categorie woningen - in dit geval samengevoegde woningen - een uitzondering wordt gemaakt, niet meer gesproken kan worden van hardheid, maar van nieuw beleid. Dat wordt niet geïmplementeerd via de hardheidsclausule. Die kan alleen worden toegepast in bijzondere, individuele situaties en daarvan is in dit geval geen sprake, aldus het college. 3. De rechtbank heeft overwogen dat het college de leefbaarheid op de juiste wijze in zijn besluitvorming heeft betrokken en dat het de hardheidsclausule niet hoefde toe te passen.
4. De gronden die Spectrum Invest in hoger beroep heeft aangevoerd zijn zo goed als een herhaling van wat zij in beroep heeft aangevoerd. De rechtbank is gemotiveerd op die gronden ingegaan. Spectrum Invest heeft geen redenen aangevoerd waarom de gemotiveerde beoordeling van die gronden in de aangevallen uitspraak onjuist of onvolledig zou zijn. De Afdeling kan zich vinden in het oordeel van de rechtbank en in de onder 4 tot en met 5.2 opgenomen overwegingen, waarop dat oordeel is gebaseerd. De Afdeling voegt daar nog aan toe dat, anders dan Spectrum Invest betoogt, de rechtbank in 4.1 is ingegaan op de beroepsgrond aangaande de leefbaarheid.
5. Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.
6. Het college hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. N.H. van den Biggelaar, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. T. van Goeverden-Clarenbeek, griffier.
w.g. Van den Biggelaar
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Van Goeverden-Clarenbeek
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 9 juli 2025
488