ECLI:NL:RVS:2025:148
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen minister van Asiel en Migratie
Op 16 januari 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling een voorlopige voorziening heeft verzocht. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de minister van Asiel en Migratie op 4 november 2024 niet in behandeling was genomen. De rechtbank Den Haag had op 15 januari 2025 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, waarop de vreemdeling hoger beroep heeft ingesteld en tevens verzocht om een voorlopige voorziening. De vreemdeling verzocht de voorzieningenrechter om te bepalen dat zijn voorgenomen overdracht op 16 januari 2025 om 10.20 uur achterwege blijft. De voorzieningenrechter oordeelde dat, omdat de termijn voor hoger beroep nog niet was verstreken, er aanleiding was om een voorlopige voorziening te treffen. De minister werd veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 907,00 werden vastgesteld, geheel toe te rekenen aan beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak werd gedaan in het openbaar op 16 januari 2025.