ECLI:NL:RVS:2024:813
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 10 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 1 februari 2024 het beroep gegrond verklaarde, het besluit van de staatssecretaris vernietigde en hem opdroeg binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. De staatssecretaris heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 28 februari 2024 uitspraak gedaan op het verzoek om voorlopige voorziening. De staatssecretaris verzocht de voorzieningenrechter om de uitspraak van de rechtbank niet te hoeven uitvoeren totdat de Afdeling op zijn hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het niet aannemelijk is dat de uitspraak van de rechtbank in stand blijft, en heeft daarom de voorlopige voorziening getroffen.
De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. Tevens is besloten dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. J.J.W.P. van Gastel, in tegenwoordigheid van mr. R.H.L. Dallinga, griffier.