ECLI:NL:RVS:2024:80
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake beëindiging tijdelijke bescherming voor derdelanders uit Oekraïne
Op 11 januari 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening van een vreemdeling. De vreemdeling had eerder een besluit ontvangen van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin werd bepaald dat zijn recht op bescherming op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming per 4 september 2023 zou eindigen. Dit besluit volgde op een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag, die het beroep van de vreemdeling ongegrond had verklaard op 7 december 2023.
De vreemdeling verzocht de voorzieningenrechter om hem te behandelen alsof het recht op tijdelijke bescherming nog steeds van toepassing was. De voorzieningenrechter verwees naar een eerdere uitspraak van 1 september 2023, waarin was bepaald dat andere derdelanders uit Oekraïne, die naar Nederland waren gevlucht, tijdelijk in Nederland mochten blijven totdat er een eindoordeel was over hun recht op bescherming. De staatssecretaris had op 2 september 2023 bevestigd dat deze regeling ook voor andere derdelanders gold.
Gezien het feit dat de vreemdeling onder deze groep viel, besloot de voorzieningenrechter om het verzoek om voorlopige voorziening af te wijzen. De staatssecretaris werd niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 11 januari 2024.