ECLI:NL:RVS:2024:4693
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J. Schipper-Spanninga
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak na afwijzing verblijfsvergunning door staatssecretaris
Op 15 november 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een vreemdeling die op 17 april 2024 een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd indiende, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid werd afgewezen. Tevens werd de vreemdeling ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd geweigerd. De vreemdeling ging in beroep tegen deze afwijzing, maar de rechtbank verklaarde het beroep op 18 oktober 2024 ongegrond. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De vreemdeling heeft op 13 november 2024 hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank en verzocht om een voorlopige voorziening om te voorkomen dat de voorgenomen beëindiging van verstrekkingen op 16 november 2024 zou plaatsvinden. De voorzieningenrechter oordeelde dat, omdat de termijn voor hoger beroep nog niet was verstreken, het noodzakelijk was om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft besloten dat de voorgenomen beëindiging van verstrekkingen op 16 november 2024 achterwege blijft.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter de minister van Asiel en Migratie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die in verband met de behandeling van het verzoek zijn ontstaan. Het totale bedrag van de proceskosten is vastgesteld op € 875,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar gedaan op 15 november 2024.