ECLI:NL:RVS:2024:4003

Raad van State

Datum uitspraak
4 oktober 2024
Publicatiedatum
3 oktober 2024
Zaaknummer
202304960/2/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging hersteltermijn bestuursrechtelijke uitspraak gemeente Stichtse Vecht

In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 4 oktober 2024 een beschikking gegeven op het verzoek van de raad van de gemeente Stichtse Vecht. Dit verzoek betrof een verlenging van de termijn voor het herstellen van een gebrek in een eerder bestreden besluit, zoals vastgesteld in een tussenuitspraak van 3 juli 2024. De raad had gevraagd om de hersteltermijn te verlengen tot en met 17 december 2024 of 28 januari 2025, omdat hij niet in staat was om binnen de gestelde termijn het bestreden besluit te herstellen. De raad gaf aan dat hij nog wachtte op nadere stukken van de wederpartij.

De Afdeling heeft het verzoek om verlenging in overweging genomen en opgemerkt dat de hersteltermijn een bindende termijn is, die slechts in bijzondere gevallen kan worden verlengd na een gemotiveerd verzoek. De raad heeft zijn verzoek tijdig ingediend, en de wederpartij heeft geen bezwaar gemaakt tegen de gevraagde verlenging. Gelet op deze omstandigheden heeft de Afdeling besloten de hersteltermijn te verlengen tot en met 4 februari 2025, een week na de door de raad genoemde raadsvergadering. Deze beslissing is genomen door mr. J.J.W.P. van Gastel, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S. Bechinka, griffier.

Uitspraak

202304960/2/R4.
Datum beschikking: 4 oktober 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beschikking van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek van:
de raad van de gemeente Stichtse Vecht,
verzoeker,
om verlenging (artikel 8:51a, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht) van de bij tussenuitspraak van 3 juli 2024 in zaak nr. 202304960/1/R4 bepaalde termijn voor het herstellen van het bij die uitspraak geconstateerde gebrek in het bestreden besluit.
Procesverloop
Bij tussenuitspraak van 3 juli 2024 heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 20 weken na de verzending daarvan het gebrek in het bestreden besluit te herstellen.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 9 september 2024, heeft de raad de Afdeling gevraagd om deze termijn te verlengen.
De Afdeling heeft bij brief van 19 september 2024 de andere partij in de gelegenheid gesteld op dit verzoek te reageren. Van deze mogelijkheid heeft [wederpartij] gebruik gemaakt.
Overwegingen
1.       De raad heeft gevraagd om verlenging van de hersteltermijn tot en met 17 december 2024 of 28 januari 2025, omdat hij niet in staat is binnen de gestelde termijn het bestreden besluit te herstellen. Daarbij geeft hij aan dat hij voor het herstel nog in afwachting is van nadere stukken van [wederpartij].
2.       De voor herstel van een gebrek in het bestreden besluit bepaalde termijn is een bindende termijn. Slechts in bijzondere gevallen kan na een gemotiveerd verzoek verlenging van deze termijn worden verleend. Het verzoek moet binnen de bij de tussenuitspraak bepaalde termijn worden ingediend.
3.       Gelet op de door de raad gegeven toelichting op zijn verzoek en nu de wederpartij, [wederpartij], te kennen heeft gegeven geen bezwaar te hebben tegen een verlenging van de termijn, bestaat aanleiding de hersteltermijn te verlengen tot en met 4 februari 2025, een week na de door de raad genoemde raadsvergadering.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verlengt de bij haar uitspraak van 3 juli 2024 bepaalde termijn tot en met 4 februari 2025.
Aldus vastgesteld door mr. J.J.W.P. van Gastel, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S. Bechinka, griffier.
w.g. Van Gastel
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Bechinka
griffier
371