ECLI:NL:RVS:2024:3716

Raad van State

Datum uitspraak
17 september 2024
Publicatiedatum
17 september 2024
Zaaknummer
202303202/1/V1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep van vreemdeling tegen overplaatsing naar Handhavings- en Toezichtlocatie

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van het COA, waarbij de vreemdeling op 6 maart 2023 werd overgeplaatst naar de Handhavings- en Toezichtlocatie te Hoogeveen. Tevens werd de vreemdeling een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, verklaarde op 25 april 2023 de beroepen van de vreemdeling ongegrond. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. L.J. Meijering, heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 17 september 2024 uitspraak gedaan. In de overwegingen werd vastgesteld dat de argumenten van de vreemdeling geen aanleiding gaven om het hoger beroep in behandeling te nemen, aangezien er geen sprake was van een onterecht proces. De Afdeling oordeelde dat het hoger beroep geen nieuwe rechtsvragen bevatte die niet eerder waren beantwoord, en bevestigde de uitspraak van de rechtbank in zoverre. De beslissing werd genomen door mr. J.J.W.P. van Gastel, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.M.L. Hanrath, griffier. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

202303202/1/V1.
Datum uitspraak: 17 september 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, van 25 april 2023 in zaken nrs. NL23.8042 en 23/2919 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
Procesverloop
Bij besluit van 6 maart 2023 heeft het COa de vreemdeling overgeplaatst naar de Handhavings- en Toezichtlocatie te Hoogeveen.
Bij besluit van 6 maart 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd.
Bij uitspraak van 25 april 2023 heeft de rechtbank de daartegen door de vreemdeling ingestelde beroepen ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. L.J. Meijering, advocaat te Assen, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.1.    Wat de vreemdeling in dit deel van het hoger beroep aanvoert, is geen reden om het hoger beroep toch in behandeling te nemen. Het verbod op hoger beroep kan alleen worden doorbroken als er geen eerlijk proces is geweest. Dit doet zich hier niet voor.
1.2.    De Afdeling is in zoverre onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen.
2.1.    Het hoger beroep gaat onder meer over een rechtsvraag die eerder door de Afdeling is beantwoord (uitspraak van 11 september 2024, ECLI:NL:RVS:2024:3564, onder 5.24 tot en met 5.33, over de vraag of overplaatsing naar de Handhavings- en Toezichtlocatie vrijheidsontneming inhoudt). Het hoger beroep biedt geen reden hierover in dit geval anders te oordelen.
2.2.    Het hoger beroep is in zoverre ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt in zoverre bevestigd.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
Aldus vastgesteld door mr. J.J.W.P. van Gastel, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.M.L. Hanrath, griffier.
w.g. Van Gastel
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Hanrath
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 17 september 2024
941