ECLI:NL:RVS:2024:3359

Raad van State

Datum uitspraak
20 augustus 2024
Publicatiedatum
20 augustus 2024
Zaaknummer
202403292/1/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vrijheidsontnemende maatregel opgelegd aan vreemdeling

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat door een vreemdeling is ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 21 mei 2024 een eerder beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling was vertegenwoordigd door mr. J.P. van Mulken, advocaat in Nuth. De rechtbank had op 28 april 2024 een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bevestigd, en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling stelde dat de maatregel onrechtmatig was en dat er vragen waren over de rechtsbijstand voorafgaand aan de oplegging van de maatregel.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 20 augustus 2024 uitspraak gedaan. De Afdeling oordeelde dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de maatregel niet onzorgvuldig was voorbereid en dat er geen nieuwe vragen waren die in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling beantwoord moesten worden. De Afdeling bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de minister geen proceskosten hoefde te vergoeden.

De uitspraak is gedaan door mr. A.J.C. de Moor-van Vugt, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M. Buntjer, griffier. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 20 augustus 2024.

Uitspraak

202403292/1/V3.
Datum uitspraak: 20 augustus 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, van 21 mei 2024 in zaak nr. NL24.19496 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de minister van Asiel en Migratie.
Procesverloop
Bij besluit van 28 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.
Bij uitspraak van 21 mei 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. J.P. van Mulken, advocaat in Nuth, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.       Het hoger beroep leidt niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. Dit oordeel hoeft niet verder te worden gemotiveerd. De reden daarvoor is dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden (artikel 91, tweede lid, van de Vw 2000).
1.1.    Het hoger beroep gaat namelijk onder meer over een rechtsvraag die eerder door de Afdeling is beantwoord (uitspraak van 8 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1750, onder 1 en 2, over rechtsbijstand voorafgaand aan de oplegging van een vrijheidsontnemende maatregel). Het hoger beroep biedt geen reden hierover in dit geval anders te oordelen. Onder verwijzing naar de uitspraak van 7 juli 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2001, onder 5.1 en 5.2, heeft de rechtbank verder terecht en op goede gronden geoordeeld dat de maatregel niet onzorgvuldig is voorbereid.
2.       De Afdeling ziet ook ambtshalve geen reden om de grensdetentie onrechtmatig te achten. Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. A.J.C. de Moor-van Vugt, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M. Buntjer, griffier.
w.g. De Moor-van Vugt
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Buntjer
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 20 augustus 2024
18-1020