ECLI:NL:RVS:2024:2355
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak van vreemdeling tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 1 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 26 maart 2024 het beroep gegrond verklaarde, het besluit van de staatssecretaris vernietigde en de rechtsgevolgen daarvan in stand hield. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. Op 23 april 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bij wijze van voorlopige voorziening bepaald dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er op het hoger beroep is beslist.
Op 3 juni 2024 ontving de vreemdeling een uitnodiging van de Dienst Terugkeer en Vertrek voor een gesprek bij de diplomatieke vertegenwoordiging van Somalië op 6 juni 2024. De vreemdeling heeft de voorzieningenrechter op 4 juni 2024 opnieuw verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, zodat zij niet gepresenteerd kan worden bij de diplomatieke vertegenwoordiging van haar land van herkomst.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er al een voorlopige voorziening was getroffen die de vreemdeling beschermt tegen uitzetting. Gezien de belangen die de vreemdeling heeft aangevoerd, heeft de voorzieningenrechter besloten om het verzoek toe te wijzen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn vastgesteld op € 875,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De beslissing is genomen door mr. C.J. Borman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E.L. Iedema, griffier, en is openbaar uitgesproken op 6 juni 2024.