ECLI:NL:RVS:2024:2227

Raad van State

Datum uitspraak
29 mei 2024
Publicatiedatum
29 mei 2024
Zaaknummer
202202686/1/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake registratie in het Register Kraanmachinisten na examen met auditieve beperking

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, waarin werd geoordeeld dat hij niet voldeed aan de eisen voor registratie in het Register Kraanmachinisten. [appellant] had op 24 december 2019 examen gedaan als machinist autolaadkraan, maar kon een knock-out opdracht niet op de voorgeschreven wijze uitvoeren vanwege zijn auditieve beperking. De examinator had de opdracht aangepast, maar de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid concludeerde dat [appellant] niet aan de exameneisen voldeed, omdat hij niet kon communiceren met een portofoon, wat essentieel is voor de veiligheid bij het hijsen van lasten buiten zicht. De rechtbank bevestigde deze conclusie en oordeelde dat de minister geen verder onderzoek hoefde te doen naar alternatieve communicatiemiddelen. In hoger beroep betoogde [appellant] dat de rechtbank ten onrechte had overwogen dat hij niet aan de exameneisen voldeed en dat er alternatieve communicatiemiddelen mogelijk waren. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank, oordeelde dat de minister terecht had geconcludeerd dat [appellant] niet aan de eisen voldeed, en dat de vragen over aanpassing van de exameneisen niet ter beoordeling stonden bij de bestuursrechter.

Uitspraak

202202686/1/A3.
Datum uitspraak: 29 mei 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te [woonplaats],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Midden­-Nederland van 3 maart 2022 in zaak nr. 21/2494 in het geding tussen:
[appellant]
en
de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Procesverloop
Bij besluit van 17 januari 2020 heeft de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Register Administratie (hierna: TCVT RA) namens de minister besloten om eiser niet op te nemen in het Register Kraanmachinisten.
Bij besluit van 23 april 2021 heeft de minister het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 3 maart 2022 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.
De minister heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
[appellant] heeft een nader stuk ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 17 januari 2024, waar [appellant], bijgestaan door mr. A.M.T. Wigger, advocaat te Den Haag, en de minister, vertegenwoordigd door mr. B.M. van der Kuil, zijn verschenen.
Overwegingen
Inleiding
1.       [appellant] heeft op 24 december 2019 examen gedaan als machinist autolaadkraan. Bij dit examen zit een praktijkgedeelte, waarbij de kandidaat onder meer drie zogenoemde ‘knock-out’ opdrachten moet uitvoeren. Een onvoldoende voor één van die opdrachten heeft meteen tot gevolg dat de kandidaat niet met een positief advies kan worden voorgedragen voor registratie in het Register Kraanmachinisten. [appellant] heeft één van de knock-out opdrachten, waarbij hij buiten zicht een last moest plaatsen met behulp van een portofoon, niet op de voorgeschreven wijze kunnen uitvoeren omdat hij niet kan horen en spreken. Om die reden is hij volgens de examinator formeel niet geslaagd. Uit het verslag van de examinator en het beoordelingsformulier blijkt echter ook dat de opdracht, toen bleek dat [appellant] geen portofoon kon gebruiken, met gebruik van handsignalen is uitgevoerd. De aangepaste knock-out opdracht heeft [appellant] met goed resultaat volbracht. Mede om die reden heeft de examinator de beslissing of [appellant] is geslaagd overgelaten aan TCVT RA. Hij heeft daarbij nog wel opgemerkt dat [appellant] eigenlijk geen examen zou mogen doen wegens zijn lichamelijke beperkingen, waardoor de veiligheid op de bouwplaats in het geding zou kunnen komen. Het examenbureau heeft [appellant] vervolgens zonder positief of negatief advies voorgedragen voor registratie.
2.       Om opgenomen te kunnen worden in het Register Kraanmachinisten moet een aanvrager voldoen aan de eisen in het schema voor de machinist autolaadkraan, getiteld ‘Schema voor registratie van de Machinist Autolaadkraan in het Register Kraanmachinisten, W4-04’ (hierna: Schema W4-04). Dit schema is nader uitgewerkt in het TCVT RA Examenreglement voor de registratie van kraanmachinisten (hierna: Examenreglement). De van belang zijnde onderdelen uit Schema W4-04 en het Examenreglement, zoals deze luidden ten tijde van belang, zijn net als de rest van het wettelijk kader, voor zover van belang, opgenomen in de bijlage, die deel uitmaakt van deze uitspraak.
Besluitvorming en rechtbankuitspraak
3.       Bij besluit van 17 januari 2020 heeft TCVT RA namens de minister op basis van de voordracht laten weten dat [appellant] niet wordt geregistreerd in het Register Kraanmachinisten. Volgens TCVT RA had [appellant] niet geëxamineerd mogen worden, omdat hij onvoldoende kan communiceren in het kader van het veilig hijsen. De examinator had zich er vooraf van moeten overtuigen dat alle mogelijke opdrachten uitgevoerd kunnen worden.
3.1.    In het besluit op bezwaar heeft de minister aangegeven dat de motivering in het besluit van 17 januari 2020 weliswaar onvolledig is, maar dat TCVT RA wel terecht heeft geconcludeerd dat [appellant] niet ingeschreven kan worden in het register. [appellant] voldoet allereerst niet aan het entreecriterium van artikel 5b van Schema W4-04 dat hij tijdens het examen kan communiceren in de taal waarin het examen wordt afgenomen. Ook heeft hij de knock-out opdracht ‘buiten zicht hijsen en plaatsen van een last’, gebaseerd op eindterm 5.3 in de bijlage van Schema W4-04, niet op de voorgeschreven wijze kunnen uitvoeren. [appellant] moet kunnen communiceren met een portofoon, omdat er in de bouw situaties bestaan waarbij zowel de last als de omgeving buiten zicht is en het gebruik van hand- en armseinen daardoor niet toereikend is. Een portofoon is op dit moment nog steeds een geëigend communicatiemiddel bij het hijsen van een last buiten zicht en er is geen communicatiemiddel dat een aangetoond gelijkwaardig veiligheidsniveau biedt voor het communiceren tijdens het buiten zicht hijsen met een autolaadkraan. Het door [appellant] aangedragen alternatief voor de communicatie, namelijk het ontvangen van aanwijzingen via de omzetting van spraak in geschreven taal op een display van een mobiele telefoon, biedt wegens de vertraging geen veiligheidsniveau dat gelijkwaardig is aan de portofoon én is bovendien nu niet toegepast. [appellant] had daarom niet mogen deelnemen aan het examen. Daarnaast is de knock-out opdracht onbevoegd aangepast door de examinator, zodat de omstandigheid dat [appellant] met arm- en handseinen een alternatieve opdracht naar behoren heeft uitgevoerd, niet maakt dat hij alsnog ingeschreven kan worden. Hij heeft de knock-out opdracht immers niet op de voorgeschreven wijze, met gebruik van een portofoon, uitgevoerd en voldoet daardoor niet aan eindterm 5.3, waarin het gebruik van een portofoon ook expliciet is genoemd. Verder heeft de minister in dit verband nog opgemerkt dat de omstandigheid dat [appellant] bij de huidige werkgever altijd veilig kan werken niet relevant is, omdat [appellant] met registratie overal kan werken en daardoor niet gegarandeerd wordt dat hij op elke bouwplaats veilig kan werken. Er bestaat tot slot geen mogelijkheid om [appellant] te registeren onder voorwaarden, omdat dit wettelijk niet is geregeld en dus wegens de strenge veiligheidseisen voor het werken met een hijskraan op dit moment ook niet is toegestaan.
3.2.    In reactie op het bezwaar van [appellant] dat TCVT RA op grond van artikel 2 van de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (hierna: Wgvh/cz) had moeten onderzoeken of aanpassing van het examen mogelijk is, en zijn verzoek om hem opnieuw voor te dragen voor het examen, waarbij dan rekening wordt gehouden met zijn auditieve beperking en doeltreffende aanpassingen in de zin van de Wgvh/cz zijn doorgevoerd, heeft de minister geconcludeerd dat TCVT RA niet gehouden was en is om aanpassingen te doen in het examen. De door [appellant] gewenste aanpassing ziet in wezen op de inhoud van de exameneisen, terwijl de Wgvh/cz daar niet over gaat. Ook internationale verdragen nopen niet tot aanpassing van de eisen, omdat de handicap van [appellant] gevaar kan opleveren voor de veiligheid en gezondheid van anderen. Er gelden scherpe eisen voor kraanmachinisten, omdat er zich jaarlijks veel zware ongevallen voordoen bij werkzaamheden met machines en kranen. Ook als er geen zicht is op personen en/of lasten moet per direct en zonder vertraging gecommuniceerd kunnen worden en ook moet de machinist auditieve signalen van de machine of kraan zelf kunnen opvangen en beoordelen. Er zijn geen technische aanpassingen of middelen voorhanden om deze bezwaren weg te nemen of daaraan voldoende tegemoet te komen.
4.       De rechtbank heeft overwogen dat de minister terecht heeft geconcludeerd dat [appellant] niet aan de exameneisen heeft voldaan. Het buiten zicht hijsen met een portofoon was immers een knock-out opdracht in de zin van de exameneisen en [appellant] heeft die opdracht niet kunnen verrichten. Het goed volbrengen van een alternatieve opdracht maakt dit niet anders, omdat het niet voldoen aan de gegeven knock-out opdracht al voldoende is om te concluderen dat [appellant] niet aan de exameneisen voldoet. Om die reden hoeft de vraag of [appellant] al dan niet aan de entree-eis van communicatie voldoet, geen bespreking meer. Ook is de rechtbank de minister gevolgd in zijn standpunt dat hij geen verder onderzoek hoefde te doen naar het gebruik van alternatieve communicatiemiddelen bij het examen, ook niet op basis van internationale verdragen. Hij heeft immers onderbouwd dat en waarom het werken met een portofoon belangrijk is in het kader van de veiligheid en dat er momenteel geen gelijkwaardige alternatieven zijn. [appellant] heeft niet aannemelijk gemaakt dat er wél andere geschikte communicatiemiddelen zijn waarmee de veiligheid bij het hijsen op een gelijkwaardig niveau wordt gewaarborgd.
Hoger beroep
5.       [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat hij niet aan de exameneisen heeft voldaan omdat hij de knock-outopdracht betreffende het buiten zicht hijsen met een portofoon niet heeft kunnen verrichten. Hij betoogt hiertoe dat de rechtbank aan de kern van zijn beroepsgrond voorbij is gegaan, omdat een portofoon volgens hem slechts een hulpmiddel is bij de uitvoering van de examenopdracht. Alle genoemde signalen kunnen ook via een ander communicatiemiddel worden overgebracht. Hij wijst er hierbij op dat in eindterm 5.3 van de bijlage bij W4-04 staat dat een kandidaat de arm- en handseinen moet volgen en/of aanwijzingen middels andere communicatiemiddelen. Dit impliceert dat andere communicatiemiddelen dan een portofoon mogelijk zijn, zoals de door hem naar voren gebrachte mogelijkheid van een spraak-taal voorziening op de mobiele telefoon. Ook maakt hij een vergelijking met personen die het Nederlands onmachtig zijn en voor wie een regievoerder op de bouwplaats een hijsbegeleider of aanpikker bouw kan laten aanwijzen die kan communiceren met de betreffende kraanmachinist. Dit zou dan ook mogelijk moeten zijn voor iemand die doof is en die een spraak-taal voorziening gebruikt. Bij nader stuk en ter zitting heeft [appellant] daarnaast gewezen op de mogelijkheid om een afstandsbediening te gebruiken. Verder bestrijdt hij het oordeel van de rechtbank dat de minister geen verder onderzoek heeft hoeven doen naar geschikte alternatieve communicatiemiddelen en dat het aan hem was om aannemelijk te maken dat er wel andere geschikte middelen waren. De minister heeft volgens [appellant] niet aan zijn onderzoeksplicht voldaan, omdat hij met het inbrengen van een memo van Aboma over de veiligheidsrisico’s van een machinist met auditieve beperking heeft volstaan, terwijl dit memo niet zorgvuldig tot stand is gekomen. In het licht van artikel 24 van het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap meent [appellant] daarnaast dat de bewijslast niet bij hem ligt. Bovendien heeft hij een passend alternatief aangedragen waarmee veilig gecommuniceerd kan worden, dan wel dat verder onderzocht kan worden. Hij verzoekt de Afdeling in de kern om de minister op te dragen de exameneisen aan te passen, dan wel in ieder geval te laten onderzoeken of die exameneisen in algemene zin kunnen worden aangepast of in zijn individuele geval, uit oogpunt van evenredigheid, buiten toepassing gelaten kunnen worden.
Beoordeling hoger beroep
6.       Het beroep bij de bestuursrechter kan geen betrekking hebben op een beoordeling in een besluit van het kennen of kunnen van een kandidaat of leerling die ter zake is geëxamineerd of op enigerlei andere wijze is getoetst, dan wel de vaststelling in veelal besluiten van algemene strekking van opgaven, beoordelingsnormen of nadere regels voor die examinering of toetsing. Die beoordeling en vaststelling is voorbehouden aan personen en instanties die daartoe de vereiste deskundigheid bezitten en geschillen hierover kunnen aan de burgerlijke rechter worden voorgelegd. Dit volgt uit artikel 8:4, derde lid, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) en de geschiedenis van totstandkoming daarvan. Vergelijk de uitspraken van 13 juli 2015, ECLI:NL:RVS:2015:2675, onder 3.1, van 10 april 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1075, onder 5.1, en van 26 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2857, onder 6.
7.       In het besluit van 17 januari 2020 heeft TCVT RA besloten om [appellant] niet in te schrijven in het Register Kraanmachinisten. Dit is als zodanig geen besluit als bedoeld in artikel 8:4, derde lid, aanhef en onder b, van de Awb. Tegelijkertijd zijn in dit geval bepaalde onderdelen van de besluitvorming op grond van dit artikel wel uitgesloten van beroep bij de bestuursrechter. Zo bevat de besluitvorming nu ook een meer inhoudelijke beoordeling van het kennen en kunnen van een kandidaat die ter zake is geëxamineerd. De definitieve beoordeling of een kandidaat is geslaagd voor zijn examen is gelet op artikelen 4.12  en 5.1 van het Examenreglement immers voorbehouden aan TCVT RA. Daarbij wordt - zo blijkt uit de besluitvorming - ook daadwerkelijk nog het kennen en kunnen van de kandidaat beoordeeld. Zo heeft TCVT RA in dit geval beoordeeld of [appellant] wegens zijn auditieve beperking aan de toelatingseisen van het examen voldoet en daarmee in theorie wat betreft zijn communicatie aan alle exameneisen zou kunnen voldoen. Bovendien is [appellant] in dit geval zonder positief of negatief advies voorgedragen, wat er temeer op duidt dat TCVT RA zich ook heeft gebogen over zijn kennen en kunnen, zoals dat onder meer blijkt uit het beoordelingsformulier en het verslag van de examinator. Verder heeft de minister naar aanleiding van het bezwaar een standpunt ingenomen over de vraag of bij het examen van [appellant] meer rekening had moeten worden gehouden met zijn auditieve beperking en of de exameneisen aangepast moeten worden om zo, met behulp van eventuele alternatieve communicatiemiddelen, meer rekening te kunnen houden met mensen met een auditieve beperking. Dit raakt de inhoud van de examenopdracht en de vaststelling van beoordelingsnormen en daartegen stond evenmin beroep bij de bestuursrechter open. De door [appellant] gemaakte vergelijking met de verwijzingsuitspraak van de Afdeling van 16 november 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3273, maakt het vorenstaande niet anders, reeds omdat het daarin niet ging om het kennen en kunnen van een kandidaat of leerling die ter zake is geëxamineerd.
7.1.    Het vorenstaande betekent dat de bestuursrechter geen inhoudelijk oordeel kan geven over de door [appellant] in de kern opgeworpen vragen of de minister de exameneisen voor het veilig hijsen van een last buiten zicht in het geval van auditieve beperkingen moet aanpassen vanwege het eventueel bestaan van alternatieve communicatiemiddelen, dan wel hier onderzoek naar moet doen, en de vraag of die exameneisen in het individuele geval van [appellant] uit een oogpunt van evenredigheid buiten toepassing gelaten hadden moeten worden. Deze vragen raken immers direct aan de vaststelling van de beoordelingsnormen in Schema W4-04, de daarop gebaseerde examinering en het kennen en kunnen van [appellant]. De rechtbank is hier ten onrechte op ingegaan, maar dit leidt niet tot vernietiging van de aangevallen uitspraak, gelet op wat hierna wordt overwogen.
7.2.    De Afdeling kan zich wel uitlaten over de door [appellant] opgeworpen vraag of TCVT RA en de minister terecht hebben geconcludeerd dat hij niet aan de exameneisen uit Schema W4-04 heeft voldaan omdat hij de knock-outopdracht betreffende het buiten zicht hijsen met een portofoon niet heeft kunnen verrichten, en hij, gelet op artikel 7.7. van de Arbeidsomstandighedenregeling, reeds om die reden al niet ingeschreven kan worden in het register. Het kennen en kunnen van [appellant] en de gang van zaken tijdens het examen zoals vastgelegd in het beoordelingsformulier en het verslag van de examinator zijn hierbij immers het feitelijke uitgangspunt en liggen bij de vraag of [appellant] geregistreerd moest worden niet op zichzelf ter toetsing voor. De rechtbank heeft in dit verband overwogen dat [appellant] niet aan de exameneisen heeft voldaan omdat hij de knock-outopdracht betreffende het buiten zicht hijsen met een portofoon niet heeft kunnen verrichten. [appellant] betoogt dat de rechtbank aan de kern van zijn beroepsgrond voorbij is gegaan, omdat een portofoon volgens hem slechts een hulpmiddel is bij de uitvoering van de examenopdracht. Alle genoemde signalen kunnen ook via een ander communicatiemiddel worden overgebracht. Hij wijst er hierbij op dat in eindterm 5.3 van de bijlage bij W4-04 staat dat een kandidaat de arm- en handseinen moet volgen en/of aanwijzingen middels andere communicatiemiddelen. Dit impliceert dat andere communicatiemiddelen dan een portofoon mogelijk zijn, zoals de door hem naar voren gebrachte mogelijkheid van een spraak-taal voorziening op de mobiele telefoon.
7.3.    Anders dan [appellant] betoogt, is de rechtbank niet aan de kern van zijn beroepsgrond voorbij gegaan. De rechtbank heeft immers overwogen dat uit de exameneisen volgt dat een knock-out opdracht het buiten zicht hijsen met een portofoon kan zijn. In eindterm 5.3, zo overweegt de rechtbank, wordt ook expliciet het buiten zicht hijsen en het werken met een portofoon genoemd. [appellant] heeft dus een specifieke knock-out opdracht gekregen en heeft die niet op de voorgeschreven wijze kunnen verrichten. Dat, zoals [appellant] betoogt, gelet op de tekst van eindterm 5.3 ook aanwijzingen middels andere communicatiemiddelen mogelijk zouden zijn, doen er niet aan af dat hij in overeenstemming met eindterm 5.3 de knock-out opdracht kreeg waarbij hij met behulp van een portofoon een last buiten zicht moest hijsen. Nu niet in geschil is dat [appellant] die opdracht niet op de voorgeschreven wijze heeft kunnen verrichten, heeft de rechtbank terecht overwogen dat de minister zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat [appellant] alleen al daarom niet aan de eisen uit Schema W4-04 heeft voldaan en dus niet ingeschreven kon worden in het Register Kraanmachinisten.
Conclusie
8.       Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd, met verbetering van de gronden waarop deze rust. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. P.H.A. Knol, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. G.A. van de Sluis, griffier.
w.g. Knol
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Van de Sluis
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 29 mei 2024
802
BIJLAGE
Arbeidsomstandighedenbesluit
Hoofdstuk 1 Definities en toepassingsgebied
Afdeling 1B. Registratie
1.5j. Algemeen
1. Onze minister draagt zorgt voor de inrichting van de volgende registers:
[…]
h. het Register kraanmachinisten, bedoeld in artikel 7.32, eerste lid.
[…]
Hoofdstuk 7 Arbeidsmiddelen en specifieke werkzaamheden
Afdeling 5. Aanvullende voorschriften voor bouwplaatsen
Artikel 7.32. Bedienen van torenkranen, mobiele kranen en funderingsmachines
1. Een torenkraan, mobiele kraan of funderingsmachine die behoort tot een bij ministeriële regeling omschreven categorie, mag slechts worden bediend door een persoon die is geregistreerd in het Register kraanmachinisten, bedoeld artikel 1.5j, eerste lid, onderdeel h, dan wel door een persoon van wie de beroepskwalificaties zijn gecontroleerd en toereikend akkoord bevonden overeenkomstig de artikelen 23, 27 en 28 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties.
[…]
Arbeidsomstandighedenregeling
Paragraaf 7.3. Registratie of herregistratie machinisten hijskranen en funderingsmachines
Artikel 7.6. Categorieën torenkranen, mobiele kranen en funderingsmachines
1. Een persoon is in het bezit van een bewijs van registratie of herregistratie in het Register kraanmachinist, bedoeld in artikel 7.32, eerste lid, van het besluit indien hij een torenkraan, mobiele kraan of funderingsmachine als omschreven in de onderdelen a tot en met c, bedient:
[…]
b. mobiele kraan: verrijdbare, niet aan een vaste baan gebonden hijskraan die geen torenkraan is en waarvan het maximumbedrijfslastmoment 10 tonmeter of meer bedraagt, met uitzondering van:
1°.een op een voertuig bevestigde laadkraan die uitsluitend ingericht is of althans uitsluitend wordt gebruikt voor het laden en lossen van de laadbak van het voertuig of een samenstel van voertuigen;
2°.een grondverzetmachine die ontgravingen maakt en direct daarop aansluitend leidingwerk in die ontgravingen legt of ten behoeve van het uitvoeren van grondverzetwerkzaamheden ondersteuningsschotten plaatst;
[…]
2. Met betrekking tot de registratie of herregistratie, bedoeld in het eerste lid, worden onderscheiden:
a. de registratie en herregistratie van vakbekwaamheid voor machinisten van vaste en mobiele torenkranen;
b. de registratie of herregistratie van vakbekwaamheid voor machinisten van mobiele kranen, onderverdeeld in de categorieën:
[…]
3° autolaadkraan;
[…]
Artikel 7.7. Eisen voor registratie of herregistratie
Registratie of herregistratie in het Register kraanmachinisten, bedoeld in artikel 7.6, geschiedt indien de aanvrager voldoet aan de navolgende eisen:
[…]
d. indien het betreft registratie of herregistratie voor de bediening van een mobiele kraan, zijnde een autolaadkraan, van de categorie, bedoeld in artikel 7.6, tweede lid, onderdeel b, sub 3°, het schema voor de machinist autolaadkraan ‘Schema voor registratie van de Machinist Autolaadkraan in het Register Kraanmachinisten, W4-04’, dat is vastgesteld door de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport op 6 november 2019, Staatscourant van 13 december 2019, nr. 66050, dan wel het schema voor de machinist mobiele kraan op banden en/of rupsen 2019 ‘Schema voor registratie van de Machinist Mobiele Kraan in het Register Kraanmachinisten, W4-01’, dat is vastgesteld door de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport op 6 november 2019, Staatscourant van 13 december 2019, nr. 66050;
Schema voor registratie van Machinist Autolaadkraan in het Register Kraanmachinisten, W4-04
1. Inleiding
Dit registratieschema bevat de eisen op het gebied van veilig hijsen waaraan een te registreren machinist dient te voldoen om te worden geregistreerd in het Register Kraanmachinisten als machinist autolaadkraan alsmede de eisen aan het proces van persoonsregistratie.
De te registreren machinist voert hijswerkzaamheden uit met een autolaadkraan, dat wil zeggen een autolaadkraan geschikt voor het hijsen van vrijhangende lasten, met tenminste een bedrijfslastmoment van 10 tonmeter. Hijswerkzaamheden bestaan onder meer uit laden, lossen en verplaatsen van vrijhangende lading/lasten.
[…]
2. Definities
[…]
Eindtermen: De omschrijving van de minimaal vereiste kennis, vaardigheden en houdingen (gedrag) op een specifiek competentiegebied zoals beschreven in bijlage 1, ten behoeve van het toetsen van examenkandidaten.
Entreecriteria: Voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om te kunnen deelnemen aan en examen.
[…]
Examen: Het geheel van toetsopgaven (toets-vragen en/of toets-opdrachten), bedoeld om de individuele kandidaat te kunnen beoordelen naar de mate waarin hij of zij aan de eindtermen conform de normen voldoet.
[…]
KO-opdracht: Examen-opdracht waarbij een onvoldoende beoordeling tot gevolg heeft dat de kandidaat niet met een positief advies wordt voorgedragen voor registratie. Het examen wordt bij een KO-beoordeling wel voortgezet. (KO staat voor Knock Out.)
[…]
Registratie: Registratie in de zin van artikel 7.32, eerste lid van het Arbeidsomstandighedenbesluit als machinist autolaadkraan in het Register Kraanmachinisten.
[…]
Schema: De set van eisen zoals beschreven in onderhavig document voor het verlenen van een registratie.
Toetsterm: Een met een minimumprestatie en voorwaarden verbijzonderde eindterm.
[…]
5. Entreecriteria
Voor deelname aan het examen geldt dat de kandidaat moet voldoen aan de volgende entreecriteria:
[…]
b.de kandidaat kan tijdens het examen communiceren in de taal waarin het examen wordt afgenomen; en
[…]
6. Inhoud van en cesuur examens
6.1 Theorie- en praktijkexamen
Het examen bestaat uit een theorie-examen en een praktijkexamen.
[…]
Het praktijkexamen wordt in een praktijk gesimuleerde omgeving afgenomen en is gebaseerd op de toetstermen zoals omschreven in de bijlage en bestaat uit de volgende onderdelen:
[…]
f. hijsopdracht 1 (KO-opdracht);
[…]
h. hijsopdracht 2 (KO-opdracht);
i. hijsopdracht 3 (KO-opdracht);
[…]
6.3 Cesuur
Cesuur praktijkexamen
Elk onderdeel van het praktijkexamen wordt beoordeeld aan de hand van het beoordelingsprotocol. Aan de verschillende handelingen zijn beoordelingscriteria gekoppeld met een daaraan verbonden puntenwaardering.
Voor alle onderdelen van het praktijkexamen moet een voldoende worden gehaald. Om een voldoende te halen voor een onderdeel moet minimaal 70% van de maximaal te behalen punten worden gescoord én mag de kandidaat geen KO (knock out) hebben.
[…]
Bijlage 1. Eind- en toetstermen
[…]
Eindterm 5.3. veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden
Beoordelingscriterium: volgt de arm- en handseinen en/of aanwijzingen middels andere communicatiemiddelen (hijsen uit het zicht en werken met portofoon)
[…]
TCVT RA Examenreglement voor de registratie van kraanmachinisten
2.2 Entreecriteria
De kandidaat voldoet aan de volgende entreecriteria:
- hij heeft de leeftijd van minimaal 18 jaar op het moment van het afleggen van het examen;
- hij kan tijdens het examen communiceren in de taal waarin het examen wordt afgenomen;
- hij is in de periode van drie maanden voorafgaand aan de indiening van de aanvraag voor het afleggen van het examen niet bestraft geweest voor het bedienen van een hijskraan zonder te beschikken over een geldige registratie hiertoe.
- Hij verkeert in een zodanige lichamelijke en geestelijke toestand, dat hij in staat is de aan de bediening van het desbetreffende arbeidsmiddel verbonden gevaren te onderkennen en te voorkomen.
Dit ter beoordeling van de examinator (Arbobesluit art 7.32 lid 2).
3.1 TCVT itembank en Examencommissie
[…]
Het systeem genereert direct de uitslag. Omdat niet de exameninstelling, maar TCVT RA bepaalt of een kandidaat is geslaagd, kan de uitslag niet direct aan de kandidaat worden meegedeeld.
4.12   Bekendmaking examenresultaat
Het voorlopige examenresultaat kan pas worden bekendgemaakt nadat de examens zijn beoordeeld door de exameninstelling.
De exameninstelling maakt een aanbeveling voor registratie. Deze aanbeveling met de examenresultaten en het proces-verbaal worden opgesteld door de examinator of toezichthouder van het examen en worden bij TCVT RA getoetst.
Na akkoordbevinding zal TCVT RA overgaan tot het registreren van de kandidaat in het register voor kraanmachinisten. Het definitieve bericht ten aanzien van het behaalde examenresultaat wordt schriftelijk bevestigd.
4.13 Afbreken van praktijkexamen
Mocht tijdens een praktijkexamen blijken, dat een kandidaat dit niet gaat behalen, dan mag het examen worden onderbroken (ingreep examinator) en legt de examinator uit waarom de kandidaat is gezakt.
De keuze blijft dan aan de kandidaat of hij het betreffende examen afmaakt. […]
5.1 Examens
De samenstelling van de examens, alsmede de cesuur van examens is bepaald door TCVT RA en weergegeven in de betreffende schema’s. Het examenwerk wordt, na verwerking door de exameninstelling, naar TCVT RA gezonden ter beoordeling, weging en vaststelling van het examenresultaat, alsmede het nemen van het registratiebesluit.
5.2 Correctieprocedure en correctienormen
Het examenwerk van de kandidaat wordt beoordeeld met in achtneming van de vastgestelde cesuur.
[…]
2. Praktijkexamens:
Beoordeling vindt plaats tijdens het examen door de aangestelde examinator(en) (conform de beoordelingsrichtlijnen die door de examencommissie zijn goedgekeurd).
De examinator is niet bevoegd een uitslag te verstrekken van het praktijkexamen, tenzij er sprake is van een KO.
Overige mededelingen beperken zich tot de mededeling dat de examenresultaten (indien van toepassing) met een positief of negatief advies aan TCVT RA worden gemeld.
6. Praktijkexamens
Examenprocedures:
De praktijkexamens worden door de exameninstelling afgenomen conform de voorwaarden zoals omschreven in het desbetreffende schema.
De kandidaat verkeert niet onder invloed van alcohol, drugs of medicijnen die de bewustwording of reactietijd beïnvloed. De kandidaat heeft geen lichamelijke of geestelijke beperkingen die de veilige bediening van de kraan of het examen in de weg staat.
[…]