ECLI:NL:RVS:2024:14
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake beëindiging tijdelijke bescherming voor derdelanders uit Oekraïne
Op 4 januari 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De vreemdeling had verzocht om te worden behandeld alsof het recht op tijdelijke bescherming op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit op hem van toepassing blijft. Dit verzoek volgde op een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 22 augustus 2023, waarin werd bepaald dat het recht op bescherming op 4 september 2023 eindigde. De vreemdeling had eerder beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, die zijn beroep ongegrond had verklaard op 17 november 2023.
De voorzieningenrechter overwoog dat in een eerdere uitspraak van 1 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3349, was bepaald dat andere derdelanders die uit Oekraïne naar Nederland waren gevlucht, bij wijze van voorlopige voorziening mochten blijven. De staatssecretaris had op 2 september 2023 bevestigd dat deze groep derdelanders in Nederland mocht blijven totdat er een eindoordeel was over het beëindigen van hun recht op tijdelijke bescherming. Aangezien de vreemdeling tot deze groep behoort, besloot de voorzieningenrechter om geen voorlopige voorziening te treffen.
Uiteindelijk werd het verzoek van de vreemdeling afgewezen en werd bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoefde te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 4 januari 2024.