ECLI:NL:RVS:2024:1030
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 13 maart 2024 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De aanvraag was op 23 juni 2023 afgewezen. De rechtbank Den Haag had op 29 januari 2024 het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en het besluit van de staatssecretaris vernietigd, maar de rechtsgevolgen daarvan in stand gelaten. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.M. Volwerk, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De Raad van State heeft in zijn overwegingen verwezen naar een eerdere uitspraak van 17 januari 2024, waarin werd ingegaan op de gevolgen van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie. De Raad oordeelde dat de staatssecretaris onvoldoende inzichtelijk had gemaakt hoe het onderzoek naar de politieke overtuiging van de vreemdeling en de daaruit voortvloeiende vrees voor vervolging plaatsvond. Dit gebrek aan inzicht maakte het voor de bestuursrechter onmogelijk om de zorgvuldigheid van het besluit te toetsen.
De Raad van State heeft het hoger beroep gegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank vernietigd, voor zover deze de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand hield. De staatssecretaris is verplicht om opnieuw een besluit te nemen op de aanvraag van de vreemdeling, rekening houdend met de actuele feiten en omstandigheden. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 875,00 zijn vastgesteld.