ECLI:NL:RVS:2024:1008
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- J.J.W.P. van Gastel
- T.W.A. Weber
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep en verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak
Op 11 maart 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep en een verzoek om voorlopige voorziening in een asielzaak. De vreemdeling had eerder een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 13 december 2023 niet-ontvankelijk was verklaard. De rechtbank had op 8 februari 2024 het beroep van de vreemdeling tegen deze beslissing ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. C.T.W. van Dijk, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De rechtbank had op goede gronden geoordeeld en de motivering van de rechtbank werd overgenomen. Het hogerberoepschrift bevatte geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen, en de staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.
De uitspraak werd gedaan door mr. J.J.W.P. van Gastel, als voorzieningenrechter, en mr. T.W.A. Weber als griffier, en werd in het openbaar uitgesproken op 11 maart 2024.