ECLI:NL:RVS:2023:4800

Raad van State

Datum uitspraak
21 december 2023
Publicatiedatum
22 december 2023
Zaaknummer
202306651/2/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • A. ten Veen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake handhaving van dwangsommen door het college van burgemeester en wethouders van Steenwijkerland

Op 21 december 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak tussen PSB Holding II B.V. en het college van burgemeester en wethouders van Steenwijkerland. Het college had PSB Holding II B.V. gelast om twee bouwwerken, een boothuis en een schuur, op het perceel aan de Middenbuurt 3 in Giethoorn te verwijderen en verwijderd te houden, onder oplegging van dwangsommen. PSB Holding II B.V. heeft hiertegen een verzoek ingediend voor een voorlopige voorziening, om te voorkomen dat zij de bouwwerken moest afbreken of dwangsommen verbeurde voordat er een uitspraak in de bodemzaak was gedaan.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek van PSB Holding II B.V. toegewezen. Hij heeft bepaald dat de begunstigingstermijn, zoals laatstelijk vastgesteld bij het besluit van het college van 14 november 2023, doorloopt totdat de Afdeling uitspraak heeft gedaan in de bodemzaak. Tevens is het college gelast om het door PSB Holding II B.V. betaalde griffierecht van € 548,00 te vergoeden. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen een belangenafweging gemaakt, waarbij hij het belang van PSB Holding II B.V. om de bouwwerken te mogen laten staan tot de uitspraak in de bodemzaak heeft afgewogen tegen het algemene belang van handhaving door het college. Hij concludeerde dat er geen dringende redenen waren voor een onmiddellijke handhaving, waardoor het treffen van een voorlopige voorziening gerechtvaardigd was.

Uitspraak

202306651/2/R3.
Datum uitspraak: 21 december 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:
PSB Holding II B.V., gevestigd te Amsterdam,
verzoekster,
tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 8 september 2023 in zaak nr. 22/1642 in het geding tussen:
PSB Holding II B.V.
en
het college van burgemeester en wethouders van Steenwijkerland.
Openbare zitting gehouden op 21 december 2023 om 10:00 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. A. ten Veen, voorzieningenrechter
griffier: mr. V.H.Y. Huijts
Verschenen:
PSB Holding II B.V., vertegenwoordigd door [gemachtigde];
College van burgemeester en wethouders van Steenwijkerland, vertegenwoordigd door mr. J. Schooljan.
Het verzoek richt zich tegen de uitspraak van 8 september 2023 van de rechtbank Overijssel. PSB Holding II B.V. heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen om te voorkomen dat zij twee bouwwerken af moet breken of, als zij dat niet doet, dwangsommen verbeurt voordat uitspraak is gedaan in de bodemzaak.
De voorzieningenrechter:
I.        wijst het verzoek toe en bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat de begunstigingstermijn zoals laatstelijk bepaald bij besluit van het college van burgemeester en wethouders van Steenwijkerland van 14 november 2023, kenmerk 2023-021228, doorloopt totdat de Afdeling uitspraak heeft gedaan in de bodemzaak;
II.       gelast dat het college van burgemeester en wethouders van Steenwijkerland het in verband met de behandeling van het verzoek door PSB Holding II B.V. betaalde griffierecht ten bedrage van € 548,00 vergoedt.
Gronden:
•        Het college heeft PSB Holding II B.V. onder oplegging van dwangsommen gelast om het boothuis en de schuur op het perceel aan de Middenbuurt 3 in Giethoorn te verwijderen en verwijderd te houden.
•        De voorzieningenrechter beperkt zich tot een belangenafweging.
•        PSB Holding II B.V. heeft er belang bij om de bouwwerken te mogen laten staan totdat uitspraak is gedaan in de bodemzaak en dus duidelijk is of de lasten onder dwangsom mochten worden opgelegd.
•        Daar staat het algemene belang bij handhaving van het college tegenover. Dit belang zou nog steeds worden gediend als de bouwwerken pas na uitspraak van de Afdeling in de bodemzaak zouden worden verwijderd.
•        Ter zitting heeft het college bevestigd dat er verder geen specifiek belang is bij handhaving op korte termijn en ook is niet gebleken dat er belangen zijn van derden die het nodig maken dat de bouwwerken snel verwijderd worden.
•        Gelet op het voorgaande komt de voorzieningenrechter tot de conclusie dat het treffen van een voorlopige voorziening aangewezen is.
w.g. Ten Veen
voorzieningenrechter
w.g. Huijts
griffier
811