ECLI:NL:RVS:2023:4300
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake intrekking verblijfsvergunning asiel
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vreemdeling tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, van 18 augustus 2023. De rechtbank had in die uitspraak het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in te trekken, vernietigd. De staatssecretaris was verplicht om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak van de rechtbank.
De vreemdeling heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld, vertegenwoordigd door mr. A.H. Hekman, advocaat te Utrecht. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 22 november 2023 uitspraak gedaan in deze zaak. De Afdeling oordeelt dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank heeft terecht en op goede gronden geoordeeld, en de Afdeling neemt deze motivering over.
Het hoger beroep is ongegrond verklaard, en de uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De beslissing is genomen door mr. J.J.W.P. van Gastel, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. N. Tibold, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 22 november 2023.