ECLI:NL:RVS:2023:4007

Raad van State

Datum uitspraak
31 oktober 2023
Publicatiedatum
31 oktober 2023
Zaaknummer
202304353/1/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van besluit tot niet in behandeling nemen van asielaanvraag

Op 31 oktober 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling had op 6 juni 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen. De rechtbank had het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard in haar uitspraak van 10 juli 2023. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. R. Balkenende, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.

De Afdeling heeft de rechtsvraag die in de grief naar voren werd gebracht, beantwoord in een eerdere uitspraak van 21 september 2023. Hieruit bleek dat de vreemdeling terecht aanvoerde dat een zogenoemde loopbrief als bewijs geldt dat om internationale bescherming is verzocht. Dit impliceert dat het overnameverzoek niet tijdig is ingediend, waardoor de grief van de vreemdeling slaagt.

Het hoger beroep is gegrond verklaard, wat betekent dat de uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd. De Afdeling heeft het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en het besluit van 6 juni 2023 vernietigd. Tevens is de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten, die in dit geval € 2.511,00 bedragen, geheel toe te rekenen aan door een derde verleende rechtsbijstand. De uitspraak is gedaan door mr. C.M. Wissels, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.M. van Meurs-Heuvel, griffier.

Uitspraak

202304353/1/V3.
Datum uitspraak: 31 oktober 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, van 10 juli 2023 in zaak nr. NL23.16604 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 6 juni 2023 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.
Bij uitspraak van 10 juli 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. R. Balkenende, advocaat te Assen, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.       De in de grief opgeworpen rechtsvraag heeft de Afdeling beantwoord in de uitspraak van 21 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3569, onder 9.1. Hieruit volgt dat de vreemdeling terecht aanvoert dat een zogenoemde loopbrief als bewijs geldt dat om internationale bescherming in de zin van artikel 20, tweede lid, van de Dublinverordening is verzocht. Dit betekent dat het overnameverzoek niet tijdig is ingediend. De grief slaagt.
2.       Het hoger beroep is gegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd. Het beroep is gegrond en het besluit van 6 juni 2023 wordt vernietigd. De staatssecretaris moet de proceskosten vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        verklaart het hoger beroep gegrond;
II.       vernietigt de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, van 10 juli 2023 in zaak nr. NL23.16604;
III.      verklaart het beroep gegrond;
IV.      vernietigt het besluit van 6 juni 2023, V-[...];
V.       veroordeelt de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid tot vergoeding van bij de vreemdeling in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 2.511,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Aldus vastgesteld door mr. C.M. Wissels, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.M. van Meurs-Heuvel, griffier.
w.g. Wissels
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Van Meurs-Heuvel
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 31 oktober 2023
47