ECLI:NL:RVS:2023:3987
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep inzake verblijfsvergunning asiel
In deze zaak heeft de Raad van State op 30 oktober 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een vreemdeling die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 9 februari 2023 besloten om deze aanvraag niet in behandeling te nemen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. J.J. Bronsveld, heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 23 maart 2023 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State.
Tijdens de procedure heeft de staatssecretaris op 2 oktober 2023 laten weten dat de vreemdeling met onbekende bestemming is vertrokken. De gemachtigde van de vreemdeling heeft op 10 oktober 2023 bevestigd dat er geen contact meer is met de vreemdeling. De Raad van State concludeert hieruit dat de vreemdeling geen belang meer heeft bij de beoordeling van het hoger beroep, aangezien hij niet langer bescherming in Nederland zoekt.
Op basis van deze overwegingen heeft de Raad van State het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. M. Buntjer, griffier.