ECLI:NL:RVS:2023:3824

Raad van State

Datum uitspraak
17 oktober 2023
Publicatiedatum
17 oktober 2023
Zaaknummer
202304284/1/V2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen niet in behandeling nemen van aanvraag verblijfsvergunning asiel

Op 17 oktober 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling, die samen met zijn minderjarige kinderen, in beroep was gegaan tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit besluit, genomen op 17 mei 2023, hield in dat de aanvraag van de vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling werd genomen. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, had op 5 juli 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, waarop de vreemdeling hoger beroep instelde, vertegenwoordigd door mr. M.C.M. van der Mark, advocaat te Goes.

De Afdeling heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de vreemdeling terecht aanvoert dat een zogenoemde loopbrief als bewijs geldt dat om internationale bescherming is verzocht. Dit betekent dat het overnameverzoek niet tijdig is ingediend, wat de grieven van de vreemdeling ondersteunt. De Afdeling heeft geoordeeld dat het hoger beroep gegrond is, en heeft de uitspraak van de rechtbank vernietigd. Tevens is het besluit van de staatssecretaris van 17 mei 2023 vernietigd, en is de staatssecretaris opgedragen om een nieuw besluit te nemen op de aanvraag van de vreemdeling, met inachtneming van de uitspraak van de Raad van State.

De staatssecretaris is ook veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 2.511,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is gedaan door mr. C.M. Wissels, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. I.W.M.J. Bossmann, griffier, en is openbaar uitgesproken op 17 oktober 2023.

Uitspraak

202304284/1/V2.
Datum uitspraak: 17 oktober 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling], mede namens zijn minderjarige kinderen,
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, van 5 juli 2023 in zaak nr. NL23.14843 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 17 mei 2023 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.
Bij uitspraak van 5 juli 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.C.M. van der Mark, advocaat te Goes, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.       De in de grieven opgeworpen rechtsvraag heeft de Afdeling beantwoord in de uitspraak van 21 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3569, onder 9.1. Hieruit volgt dat de vreemdeling terecht aanvoert dat een zogenoemde loopbrief als bewijs geldt dat om internationale bescherming in de zin van artikel 20, tweede lid, van de Dublinverordening is verzocht. Dit betekent dat het overnameverzoek niet tijdig is ingediend. De grieven slagen.
2.       Het hoger beroep is gegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd. Het beroep is gegrond en het besluit van 17 mei 2023 wordt vernietigd. De staatssecretaris moet een nieuw besluit op de aanvraag nemen met inachtneming van deze uitspraak. De staatssecretaris moet de proceskosten vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        verklaart het hoger beroep gegrond;
II.       vernietigt de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, van 5 juli 2023 in zaak nr. NL23.14843;
III.      verklaart het beroep gegrond;
IV.     vernietigt het besluit van 17 mei 2023, V-[…];
V.      veroordeelt de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid tot vergoeding van bij de vreemdeling in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 2.511,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Aldus vastgesteld door mr. C.M. Wissels, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. I.W.M.J. Bossmann, griffier.
w.g. Wissels
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Bossmann
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 17 oktober 2023
314-986