ECLI:NL:RVS:2023:3161

Raad van State

Datum uitspraak
17 augustus 2023
Publicatiedatum
17 augustus 2023
Zaaknummer
202303579/1/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vreemdeling tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, die op 31 mei 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaarde. De vreemdeling had op 11 maart 2023 een aanvraag ingediend bij de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd echter niet in behandeling genomen door de staatssecretaris. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht had gehandeld en dat er geen grond was om de aanvraag te honoreren.

De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. I. Wudka, heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het hoger beroep op 17 augustus 2023 behandeld. In de overwegingen van de uitspraak wordt opgemerkt dat de rechtbank op goede gronden tot haar oordeel is gekomen en dat de motivering van de rechtbank wordt overgenomen, met uitzondering van een kennelijke verschrijving die gecorrigeerd moet worden.

De Afdeling concludeert dat het hoger beroep ongegrond is en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De staatssecretaris wordt niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 17 augustus 2023, waarbij mr. D.A. Verburg als lid van de enkelvoudige kamer en mr. T.W.A. Weber als griffier aanwezig waren.

Uitspraak

202303579/1/V3.
Datum uitspraak: 17 augustus 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, van 31 mei 2023 in zaak nr. NL23.7609 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 11 maart 2023 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.
Bij uitspraak van 31 mei 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. I. Wudka, advocaat te Maastricht, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.       Het hoger beroep leidt niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank is namelijk terecht en op goede gronden tot haar oordeel gekomen. De Afdeling neemt de motivering onder 12 van de uitspraak van de rechtbank over. Daarbij moet alleen voor "Duitse autoriteiten" "Zweedse autoriteiten" worden gelezen, maar dat is een kennelijke verschrijving.
1.1.    Dit oordeel hoeft niet verder te worden gemotiveerd. De reden daarvoor is dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden (artikel 91, tweede lid, van de Vw 2000).
2.       Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. D.A. Verburg, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. T.W.A. Weber, griffier.
w.g. Verburg
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Weber
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 17 augustus 2023
846-1041