ECLI:NL:RVS:2023:2914
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak van vreemdeling tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 31 juli 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in een asielzaak. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 12 december 2022 was ingewilligd. Echter, de rechtbank Den Haag had op 17 mei 2023 het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en het besluit van de staatssecretaris vernietigd, met de opdracht om een nieuw besluit te nemen.
Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld, waarop de vreemdeling voorwaardelijk incidenteel hoger beroep heeft ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De vreemdeling vroeg de voorzieningenrechter om de staatssecretaris op te dragen hem te behandelen en te registreren als minderjarige totdat er een beslissing op het hoger beroep zou zijn genomen. De voorzieningenrechter heeft in een eerdere uitspraak van 22 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2433, een vergelijkbaar verzoek van de vreemdeling afgewezen.
In de huidige uitspraak heeft de voorzieningenrechter overwogen dat het hoger beroep van de staatssecretaris geen schorsende werking heeft en dat de staatssecretaris uitvoering moet geven aan de eerdere uitspraak van de rechtbank. De vreemdeling had aangevoerd dat de staatssecretaris niet tijdig had gehandeld, maar de voorzieningenrechter zag geen aanleiding om de gevraagde voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek van de vreemdeling is afgewezen, en de staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.