ECLI:NL:RVS:2023:2433
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot minderjarigheid van de vreemdeling
Op 22 juni 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een vreemdeling die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. Bij besluit van 12 december 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid deze aanvraag ingewilligd. Echter, de rechtbank Den Haag heeft op 17 mei 2023 het besluit van de staatssecretaris vernietigd, omdat deze was uitgegaan van de geboortedatum van de vreemdeling, die op 17 januari 2000 ligt, en heeft bepaald dat de staatssecretaris een nieuw besluit moet nemen met inachtneming van deze uitspraak.
Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld. De vreemdeling heeft in reactie hierop een schriftelijke uiteenzetting gegeven en voorwaardelijk incidenteel hoger beroep ingesteld. Tevens heeft hij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, waarbij hij verzocht om als minderjarige behandeld en geregistreerd te worden totdat er een beslissing op het hoger beroep van de staatssecretaris is genomen.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de rechtbank het besluit van de staatssecretaris heeft vernietigd op basis van de meerderjarigheid van de vreemdeling. Aangezien het hoger beroep van de staatssecretaris geen schorsende werking heeft, blijft de beslissing van de rechtbank van kracht totdat de Afdeling uitspraak doet op het hoger beroep. Daarom heeft de voorzieningenrechter besloten om geen voorlopige voorziening te treffen en het verzoek van de vreemdeling af te wijzen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.