ECLI:NL:RVS:2023:2755

Raad van State

Datum uitspraak
19 juli 2023
Publicatiedatum
19 juli 2023
Zaaknummer
202304292/1/V2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verblijfsvergunning asiel voor vreemdeling van Indiase nationaliteit

Op 19 juli 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 28 april 2023 de aanvraag van de vreemdeling, die de Indiase nationaliteit heeft, afgewezen. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, verklaarde op 5 juli 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. R. Akkaya, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.

In de overwegingen van de Raad van State werd vastgesteld dat India is aangewezen als veilig land van herkomst. Dit betekent dat er in beginsel bescherming wordt geboden tegen vervolging en behandeling in strijd met artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De Raad van State oordeelde dat het aan de vreemdeling is om aannemelijk te maken dat het vragen van bescherming in India gevaarlijk of bij voorbaat zinloos is. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de vreemdeling hierin niet was geslaagd.

Het hoger beroep werd ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. De staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. J.J.W.P. van Gastel, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. D.I. van Kesteren, griffier. De uitspraak werd in het openbaar gedaan op 19 juli 2023.

Uitspraak

202304292/1/V2.
Datum uitspraak: 19 juli 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, van 5 juli 2023 in zaak nr. NL23.13019 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 28 april 2023 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.
Bij uitspraak van 5 juli 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. R. Akkaya, advocaat te Helmond, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.       Het hoger beroep leidt niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De vreemdeling heeft de Indiase nationaliteit. Omdat India is aangewezen als veilig land van herkomst moet ervan worden uitgegaan dat de autoriteiten daar in beginsel bescherming bieden tegen vervolging en behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM. Het is aan de vreemdeling om aannemelijk te maken dat het vragen van bescherming bij eventuele problemen voor hem gevaarlijk of bij voorbaat zinloos is (uitspraak van 14 september 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2474, onder 5.1). De rechtbank heeft terecht overwogen dat de vreemdeling hierin niet is geslaagd.
1.1.    Dit oordeel hoeft niet verder te worden gemotiveerd. De reden daarvoor is dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden (artikel 91, tweede lid, van de Vw 2000).
2.       Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. J.J.W.P. van Gastel, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. D.I. van Kesteren, griffier.
w.g. Van Gastel
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Van Kesteren
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 19 juli 2023
897