In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, geboren in 1991 en van Indiase nationaliteit, diende op 10 juli 2023 een aanvraag in voor een verblijfsvergunning asiel, welke op 16 juli 2023 als kennelijk ongegrond werd afgewezen. Eiser stelt dat hij problemen ondervindt van de Shiv Sena partij, vooral na zijn deelname aan een boerenprotest op 4 maart 2022, waar hij dreigde een steen te gooien naar de auto van de partijleider. Hij beweert dat hij sindsdien is achtervolgd en aangevallen door aanhangers van de partij en dat zijn lidmaatschap van de Khalistan beweging hieraan gerelateerd is.
De rechtbank heeft het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening op 3 augustus 2023 behandeld. Eiser heeft zijn vrees voor vervolging door de Shiv Sena niet voldoende onderbouwd. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris de aanvraag terecht als kennelijk ongegrond heeft afgewezen, omdat de problemen met de Shiv Sena niet geloofwaardig zijn. Eiser heeft geen officiële aangifte gedaan van de incidenten en heeft niet aangetoond dat hij bescherming heeft gezocht bij de Indiase autoriteiten. De rechtbank concludeert dat India geen onveilig land voor hem is en dat hij niet gedwongen was om asiel aan te vragen in Nederland.
De rechtbank wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af en verklaart het beroep ongegrond. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.