ECLI:NL:RBDHA:2023:13689

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 augustus 2023
Publicatiedatum
11 september 2023
Zaaknummer
NL23.20696 en NL23.20697
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag van Indiase eiser met problemen door de Shiv Sena partij en lidmaatschap van de Khalistan beweging

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, geboren in 1991 en van Indiase nationaliteit, diende op 10 juli 2023 een aanvraag in voor een verblijfsvergunning asiel, welke op 16 juli 2023 als kennelijk ongegrond werd afgewezen. Eiser stelt dat hij problemen ondervindt van de Shiv Sena partij, vooral na zijn deelname aan een boerenprotest op 4 maart 2022, waar hij dreigde een steen te gooien naar de auto van de partijleider. Hij beweert dat hij sindsdien is achtervolgd en aangevallen door aanhangers van de partij en dat zijn lidmaatschap van de Khalistan beweging hieraan gerelateerd is.

De rechtbank heeft het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening op 3 augustus 2023 behandeld. Eiser heeft zijn vrees voor vervolging door de Shiv Sena niet voldoende onderbouwd. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris de aanvraag terecht als kennelijk ongegrond heeft afgewezen, omdat de problemen met de Shiv Sena niet geloofwaardig zijn. Eiser heeft geen officiële aangifte gedaan van de incidenten en heeft niet aangetoond dat hij bescherming heeft gezocht bij de Indiase autoriteiten. De rechtbank concludeert dat India geen onveilig land voor hem is en dat hij niet gedwongen was om asiel aan te vragen in Nederland.

De rechtbank wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af en verklaart het beroep ongegrond. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummers: NL23.20696 en NL23.20697
uitspraak van de enkelvoudige kamer en de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[eiser/verzoeker] , V-nummer: [v-nummer] eiser/verzoeker (hierna: eiser)(gemachtigde: mr. F.H. Bruggink),

en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. S.J. Versteeg).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van de asielaanvraag van eiser en beoordeelt de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening van eiser. Eiser is geboren op [geboortedag] 1991 en heeft de Indiase nationaliteit. Hij heeft op 10 juli 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Verweerder heeft met het bestreden besluit van 16 juli 2023 deze aanvraag in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
1.1.
Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.2.
De rechtbank heeft het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening op 3 augustus 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat deze zaak over?
2. Eiser legt aan zijn asielaanvraag ten grondslag dat hij op 4 maart 2022 heeft deelgenomen aan een boerenprotest en daarbij een steen dreigde te gooien tegen de auto waar [naam], de leider van de Shiv Sena partij, in zat. Vervolgens is eiser twee keer aangevallen en twee keer achtervolgd door [naam] en zijn aanhangers. Ook stelt eiser dat hij zich na het incident tijdens het boerenprotest heeft aangesloten bij de Khalistan beweging en dat zijn lidmaatschap van deze beweging samenhangt met de tweede aanval door Shiv Sena aanhangers. Bij terugkeer vreest eiser voor [naam].
3. Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
  • identiteit, nationaliteit en herkomst;
  • lidmaatschap Khalistan beweging;
  • problemen door de partij Shiv Sena.
Verweerder heeft de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser en zijn lidmaatschap van de Khalistan beweging geloofwaardig gevonden. De problemen die eiser heeft gehad door de Shiv Sena partij worden niet geloofd. Verweerder hecht geen waarde aan de verklaring van de Youth President van de Shiromani Akali Dal partij waarin de problemen van eiser met Shiv Sena worden bevestigd, omdat niet duidelijk is van wie deze verklaring afkomstig is en waarop deze verklaring is gebaseerd. Volgens verweerder heeft eiser vaag verklaard over hoe hij zich heeft aangesloten bij de beweging. Bovendien heeft eiser wisselend verklaard over zijn vrees voor [naam] en zijn aanhangers. Tijdens het gehoor is eiser geconfronteerd met het feit dat [naam] is vermoord in november 2022. Als verklaring voor deze tegenstrijdigheid heeft eiser aangegeven dat de zoon van [naam] zijn positie heeft overgenomen en dat hij op sommige momenten tijdens het gehoor op hem doelde. Verweerder vindt dit geen voldoende verklaring voor het feit dat eiser voortdurend sprak over [naam]. Ook zou eiser niet inzichtelijk hebben gemaakt waarom de leider van de Shiv Sena partij en zijn aanhangers het persoonlijk op hem gemunt zouden hebben. De verklaring dat Shiv Sena erachter zou zijn gekomen dat hij zich heeft aangesloten bij de Khalistan beweging, volgt verweerder niet. Eiser kan namelijk niet verklaren hoe Shiv Sena hierachter is gekomen. De verklaring van eiser dat Shiv Sena aanhangers hem bij veel gelegenheden gezien zouden hebben wordt door verweerder niet gevolgd omdat eiser dit niet zelf heeft verklaard of heeft aangevuld in de correcties en aanvullingen. Daarnaast kon eiser niet verklaren of hij de enige Hindoe is van de partij en of hij is aangevallen vanwege zijn lidmaatschap. Bovendien was eiser niet de enige die gedreigd had om met stenen te gooien tijdens het boerenprotest op 4 maart 2022. Eiser zou daarnaast vaag en ongerijmd hebben verklaard over zijn vrees om vermoord te worden door Shiv Sena. Eiser is tweemaal achtervolgd maar beide keren is er niks tegen hem gezegd of gedaan. Bij de aanval op zijn huis hebben belagers stenen gegooid maar zij zijn vervolgens ook weer vertrokken. Gelet op de vrees die eiser heeft om vermoord te worden begrijpt verweerder niet dat eiser zes maanden na het eerste incident weer is teruggekeerd naar zijn woning. Tot slot overweegt verweerder dat eiser geen officiële aangifte heeft gedaan van het eerste incident en ook geen bescherming heeft gezocht bij de Indiase autoriteiten na de opvolgende incidenten. Verweerder heeft de asielaanvraag van eiser kennelijk ongegrond verklaard omdat de problemen en vrees van eiser voor de leider van Shiv Sena en zijn aanhangers bij terugkeer niet geloofwaardig zijn. Eiser heeft dus niet aannemelijk kunnen maken dat India geen veilig land van herkomst voor hem is.
Waarom is eiser het niet eens met het bestreden besluit?
4. Volgens eiser had verweerder de aanvraag niet mogen afdoen als kennelijk ongegrond. Eiser zegt dat India geen veilig land van herkomst voor hem is omdat hij onder de uitzonderingscategorie ‘personen die zich kritisch hebben getoond over de Indiase overheid en het overheidsbeleid, en als gevolg daarvan problemen hebben ondervonden’ valt. [1] Eiser stelt namelijk wel degelijk gegronde vrees te hebben voor de leider van Shiv Sena en zijn aanhangers. Eiser begrijpt niet waarom een splitsing wordt aangebracht in de waarde die gehecht moet worden aan de verklaring van de Youth President. Aan de ene kant wordt het lidmaatschap van de Khalistan beweging hiermee door verweerder alsnog geloofd, aan de andere kant wordt geen waarde gehecht aan het document voor zover de problemen met Shiv Sena hierin worden bevestigd. Verweerder heeft niet onderbouwd waarom de verklaringen in de brief die betrekking hebben op de problemen met Shiv Sena van eiser zelf afkomstig zouden zijn. Eiser heeft niet aangegeven wat er in de brief zou moeten komen te staan, deze conclusie is dan ook onjuist. De brief bevestigt volgens eiser dat hij tot twee keer toe is bedreigd en aangevallen door Shiv Sena aanhangers en dat de politie hem daartegen geen bescherming bood. Eiser heeft, in tegenstelling tot wat verweerder stelt, wel degelijk inzichtelijk gemaakt waarom Shiv Sena het op hem persoonlijk gemunt zou hebben. Ten eerste heeft hij tijdens het gehoor meermaals verklaard dat hij meer deed dan alleen maar posters ophangen. [2] Hij was aanwezig bij meerdere bijeenkomsten van de beweging. Eiser volgt niet waarom het niet aannemelijk is dat hij bij een van die gelegenheden is gezien door Shiv Sena aanhangers. Verweerder kan niet tegenwerpen dat dit niet door eiser is aangegeven in het gehoor en de correcties en aanvullingen hierop, omdat tijdens de versnelde procedure het moment waarop de correcties en aanvullingen moeten worden ingediend samenvalt met dat van de zienswijze. Om die reden volgen de correcties en aanvullingen uit de zienswijze. Verder kan eiser moeilijk worden tegengeworpen dat hij na zes maanden terugkeerde naar huis in de hoop dat de situatie gekalmeerd was. Daarbij moet in het achterhoofd worden gehouden dat verweerder vaak van de asielzoeker verlangt dat hij zo lang mogelijk probeert te blijven in zijn land van herkomst. Tot slot mag volgens eiser geen terugkeerbesluit en inreisverbod aan hem worden opgelegd omdat hem belet is door te reizen naar Suriname. Hij is daardoor gedwongen geweest om in Nederland asiel aan te vragen.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
Problemen door de partij Shiv Sena
5. De rechtbank is van oordeel dat verweerder de asielaanvraag van eiser kennelijk ongegrond heeft mogen verklaren omdat de problemen met de leider en aanhangers van Shiv Sena niet geloofwaardig zijn. Verweerder heeft er in het verweerschrift op mogen wijzen dat uit de verklaring die eiser heeft overgelegd ter onderbouwing van zijn gestelde problemen niet blijkt van wie de informatie over de incidenten afkomstig is en op welke informatie de verklaring is gebaseerd. Uit de verklaring kan niet worden opgemaakt of de opsteller getuige is geweest van de incidenten of dat de informatie is gebaseerd op verklaringen van eiser. Daarnaast heeft verweerder kunnen overwegen dat de verklaringen over de aanvallen niet specifiek genoeg zijn. Ter zitting heeft eiser aangevoerd dat verweerder met de argumenten in het verweerschrift het standpunt in het besluit verlaat en dat dit daarom buiten beschouwing moet blijven. De rechtbank gaat niet mee in deze stelling van eiser. Zoals verweerder terecht ter zitting heeft aangevoerd moet het standpunt in het verweerschrift namelijk gezien worden als een reactie op de beroepsgronden. Verweerder heeft de gestelde problemen ook niet geloofwaardig mogen vinden omdat eiser wisselend heeft verklaard over zijn vrees voor [naam]. De rechtbank is het met verweerder eens dat eiser niet voldoende heeft verklaard waarom hij tijdens het gehoor constant heeft gesproken over [naam] totdat hij werd geconfronteerd met het feit dat [naam] in november 2022 is vermoord. Verweerder heeft ook mogen vinden dat de verklaring van eiser dat hij zes maanden na het eerste incident weer is teruggekeerd naar zijn huis, afbreuk doet aan de geloofwaardigheid van zijn gestelde problemen. Verweerder heeft ook mogen concluderen dat eiser niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt waarom Shiv Sena het persoonlijk op hem heeft gemunt en hoe zij erachter zijn gekomen dat hij zich heeft aangesloten bij de Khalistan beweging. Uit de verklaringen van eiser is niet gebleken dat hij een specifieke rol vervulde binnen de Khalistan beweging. Dat hij de enige Hindoe zou zijn binnen de beweging is verder niet onderbouwd. Tijdens het eerste incident was hij bovendien niet de enige die een steen dreigde te gooien naar de auto van [naam]. Omdat de hoogste bestuursrechter recent heeft geoordeeld dat de Indiase autoriteiten in beginsel bescherming bieden tegen vervolging en behandelingen die in strijd zijn met artikel 3 van het EVRM, heeft verweerder het opmerkelijk mogen vinden dat eiser geen officiële aangifte heeft gedaan van het eerste incident en na de opvolgende incidenten niet heeft verzocht om bescherming van de Indiase autoriteiten. [3] Eiser heeft niet onderbouwd waarom het in zijn geval niet mogelijk is om de Indiase autoriteiten om bescherming te verzoeken. Nu verweerder de problemen van eiser ongeloofwaardig heeft kunnen vinden, heeft hij ook kunnen concluderen dat eiser niet valt onder de uitzonderingscategorie ‘kritisch over de overheid en daardoor problemen ondervonden’.
Terugkeerbesluit en inreisverbod
6. De rechtbank is van oordeel dat eiser niet gedwongen is geweest om asiel aan te vragen. Zij ziet geen aanleiding om af te wijken van het oordeel van deze rechtbank in de uitspraak van 2 augustus 2023 met betrekking tot de vrijheidsontnemende maatregel [4] die aan eiser is opgelegd. [5] In die uitspraak heeft de rechtbank overwogen dat eiser is geweigerd op de vlucht naar Suriname omdat hij niet in het bezit was van een geldig visum. Eiser heeft alleen een zogenaamde ‘Entry Fee Voucher’ overgelegd maar sinds 1 mei 2023 is de visumplicht voor India weer ingevoerd. Reizigers uit India moeten naast het betalen van een “entry fee” ook in het bezit zijn van een geldig visum voordat zij Suriname kunnen inreizen. Eiser is daarom niet ten onrechte geweigerd op de vlucht naar Suriname en is dus ook niet gedwongen om asiel in Nederland aan te vragen. Ten overvloede merkt de rechtbank op dat voor eiser ook de keuze openstond om terug te keren naar India. Dat eiser ervoor heeft gekozen om asiel aan te vragen kan naar het oordeel van de rechtbank niet gezien worden als dwang.

Conclusie en gevolgen

7. Verweerder heeft de aanvraag terecht afgewezen als kennelijk ongegrond.
Het beroep is ongegrond.
8. Omdat op het beroep is beslist, bestaat er geen aanleiding meer voor het treffen van een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter wijst het verzoek daarom af.
9. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. van Nooijen, (voorzieningen)rechter, in aanwezigheid van mr. J.J. Yilmaz, griffier.
De beslissing is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak op het beroep, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen een week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.
Tegen de uitspraak op het verzoek om een voorlopige voorziening staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Zie paragraaf C7/1.2 van de Vreemdelingencirculaire 2000.
2.Veilig land van herkomst gehoor p. 8 van het verslag.
3.Zie de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 19 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2755.
4.Vrijheidsontnemende maatregel op grond van artikel 6, derde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
5.Zie de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 2 augustus 2023, NL23.20275 (niet gepubliceerd).