ECLI:NL:RVS:2023:2614
Raad van State
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Verzoek om geheimhouding van politiegegevens in hoger beroep tegen afwijzing verwijdering persoonsgegevens
In deze zaak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 4 mei 2022, waarin zijn verzoek om verwijdering en vernietiging van zijn persoonsgegevens, die zijn verwerkt naar aanleiding van een voorval op 12 januari 2019, werd afgewezen. De korpschef van politie heeft de Afdeling verzocht om geheimhouding van bepaalde gegevens, met het argument dat het verstrekken van een geschoonde versie van het document aan [appellant] de staande praktijk zou doorkruisen. Dit verzoek is gedaan op basis van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de mogelijkheid biedt om de kennisneming van stukken te weigeren of te beperken indien gewichtige redenen dit rechtvaardigen.
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft de belangen afgewogen. Enerzijds is er het belang dat partijen gelijkelijk toegang hebben tot relevante informatie voor het hoger beroep, anderzijds het belang van de korpschef om vertrouwelijke politiegegevens te beschermen. De Afdeling heeft besloten dat het belang van de korpschef in dit geval zwaarder weegt dan het belang van [appellant] om een kopie van het geschoonde document te ontvangen. In plaats daarvan is [appellant] de gelegenheid geboden om het document in te zien op de griffie van de Afdeling.
De Afdeling heeft het verzoek tot beperkte kennisneming van het Meldformulier gerechtvaardigd geacht en heeft besloten dat de geschoonde versie van het mutatierapport ter inzage wordt gelegd op de griffie. Deze beslissing is genomen door mr. J.Th. Drop, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, in aanwezigheid van mr. S.C. van Tuyll van Serooskerken, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt op 6 juli 2023.