ECLI:NL:RVS:2023:2276
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van vreemdeling tegen niet-ontvankelijk verklaring asielaanvraag door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 13 juni 2023 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De vreemdeling had op 11 januari 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze werd niet in behandeling genomen. De rechtbank Den Haag verklaarde op 14 februari 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. W.N. van der Voet, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
Tijdens de procedure heeft de staatssecretaris op 4 april 2023 laten weten dat hij het besluit van 11 januari 2023 heeft ingetrokken en de asielaanvraag van de vreemdeling alsnog in behandeling zal nemen. De vreemdeling heeft echter besloten het hoger beroep niet in te trekken en verzocht om een veroordeling van de staatssecretaris in de proceskosten.
De Raad van State oordeelde dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat de vreemdeling zijn doel heeft bereikt met de intrekking van het besluit. De staatssecretaris is niet verplicht om proceskosten te vergoeden, aangezien de asielaanvraag door tijdsverloop alsnog in behandeling is genomen. De uitspraak werd gedaan door mr. B. Meijer, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. T. van Goeverden-Clarenbeek, griffier.