ECLI:NL:RVS:2023:1981

Raad van State

Datum uitspraak
16 mei 2023
Publicatiedatum
23 mei 2023
Zaaknummer
202302504/3/V1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na hoger beroep staatssecretaris

Op 16 mei 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft een vreemdeling die een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had ingediend. Deze aanvraag werd op 13 maart 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 17 april 2023 het beroep gegrond verklaarde en de staatssecretaris opdroeg om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak.

Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld. De vreemdeling heeft vervolgens de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, in afwachting van de uitkomst van het hoger beroep. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat de Afdeling op dezelfde dag uitspraak heeft gedaan in het hoger beroep van de staatssecretaris. Hierdoor was er geen aanleiding meer om een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek van de vreemdeling is afgewezen, en de staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.

De uitspraak is openbaar uitgesproken op 16 mei 2023, en is vastgesteld door mr. J.J.W.P. van Gastel, de voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. L.S. van den Oosterkamp, griffier.

Uitspraak

202302504/3/V1.
Datum uitspraak: 16 mei 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek van [de vreemdeling] (hierna: de vreemdeling) om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van die wet, hangende het hoger beroep van:
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, van 17 april 2023 in zaak nr. NL23.7695 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris.
Procesverloop
Bij besluit van 13 maart 2023 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.
Bij uitspraak van 17 april 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de staatssecretaris een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van de uitspraak.
Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld.
De vreemdeling heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven, waarin hij de voorzieningenrechter ook nog heeft verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Overwegingen
1.       Bij uitspraak van vandaag heeft de Afdeling op het hoger beroep van de staatssecretaris beslist. Daarom treft de voorzieningenrechter geen voorlopige voorziening.
2.       Het verzoek wordt afgewezen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. J.J.W.P. van Gastel, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.S. van den Oosterkamp, griffier.
w.g. Van Gastel
voorzieningenrechter
w.g. Van den Oosterkamp
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 16 mei 2023
941