ECLI:NL:RVS:2023:1441
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening van een uitspraak inzake de motivering van besluiten door de raad voor een startende onderneming
In deze zaak verzoekt [verzoeker] om herziening van een eerdere uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, gedateerd 13 april 2022. [verzoeker] stelt dat de motivering van die uitspraak oncontroleerbaar, onaanvaardbaar en onrechtmatig is. Hij betoogt dat niet is onderkend dat een startende onderneming zich in financieel opzicht onderscheidt van andere ondernemingen. Tevens is het volgens hem onduidelijk welke documenten hij diende te overleggen om de raad inzicht te geven in de financiële situatie van zijn onderneming. [verzoeker] verwijst naar eerdere uitspraken van de Raad van State, waarin hij stelt dat de raad zijn besluiten beter dient te motiveren en dat de menselijke maat als maatstaf gehanteerd moet worden.
De Afdeling heeft het verzoek op een zitting behandeld op 16 februari 2023, waarbij [verzoeker] en de raad, vertegenwoordigd door mr. M. Doets, via een videoverbinding aanwezig waren. De Afdeling overweegt dat herziening een buitengewoon rechtsmiddel is, dat alleen kan worden toegepast op basis van feiten of omstandigheden die vóór de uitspraak hebben plaatsgevonden en die niet eerder bekend waren. De Afdeling stelt vast dat het betoog van [verzoeker] dat de uitspraak berust op een onjuiste rechtsopvatting niet kan leiden tot herziening. De Afdeling wijst het verzoek om herziening af, omdat niet is voldaan aan de vereisten van artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht.
De beslissing van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is op 12 april 2023 openbaar uitgesproken, waarbij het verzoek van [verzoeker] om herziening is afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.