ECLI:NL:RVS:2023:1315
Raad van State
- Hoger beroep
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 5 april 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De aanvraag was op 22 juli 2022 afgewezen, waarna de vreemdeling op 14 december 2022 in beroep ging bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Zwolle. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarop de vreemdeling hoger beroep instelde, vertegenwoordigd door mr. F. van Dijk, advocaat te Groningen.
In de overwegingen van de Raad van State werd vastgesteld dat de rechtbank niet had onderkend dat de vreemdeling had verwezen naar het '2021 Report on International Religious Freedom: the Gambia' van 2 juni 2022, maar dat dit niet leidde tot vernietiging van de uitspraak. De Raad oordeelde dat de vreemdeling niet aannemelijk had gemaakt dat het vragen om bescherming bij de Gambiaanse autoriteiten voor hem bij voorbaat zinloos was. Het hogerberoepschrift bevatte geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden, waardoor het hoger beroep ongegrond werd verklaard.
De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd en de staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De beslissing werd vastgesteld door mr. E. Steendijk, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J.W. Prins, griffier. De uitspraak werd in het openbaar gedaan op 5 april 2023.