ECLI:NL:RBDHA:2023:19850
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling asielaanvraag en terugkeerbesluit van eiser met Gambiaanse nationaliteit
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, met de Gambiaanse nationaliteit, heeft op 11 november 2021 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend. Deze aanvraag werd op 25 april 2023 afgewezen, waarna eiser beroep instelde. De rechtbank heeft de zaak op 16 november 2023 behandeld, waarbij zowel eiser als zijn gemachtigde en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren.
Eiser legt aan zijn asielaanvraag een verhaal ten grondslag over familieproblemen in verband met de erfenis van zijn overleden grootvader. Hij vreest voor zijn leven bij terugkeer naar Gambia, omdat zijn familie hem zou willen vermoorden. De rechtbank oordeelt dat verweerder ten onrechte de vrees van eiser niet aannemelijk heeft geacht, en dat de geloofwaardigheid van de verklaringen van eiser niet goed is beoordeeld. De rechtbank stelt vast dat de familieleden van eiser mogelijk baat hebben bij het lastigvallen van eiser om een deel van de erfenis te eisen.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand. Tevens wordt verweerder veroordeeld tot betaling van proceskosten aan eiser, vastgesteld op € 1.674,-. De uitspraak is gedaan door mr. C.W. Griffioen, rechter, en is openbaar gemaakt op 14 december 2023.