ECLI:NL:RVS:2022:3475
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- A.W.M. Bijloos
- S. Nederhoff
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van asielaanvragen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 30 november 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende de afwijzing van asielaanvragen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De vreemdelingen, vertegenwoordigd door mr. J.W.F. Menick, hadden eerder aanvragen ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke op 13 september 2022 door de staatssecretaris zijn afgewezen. De vreemdelingen hebben hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 21 oktober 2022 de beroepen ongegrond verklaarde.
Tegen deze uitspraak hebben de vreemdelingen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De voorzieningenrechter oordeelde dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 91, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000.
De voorzieningenrechter bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om voorlopige voorziening af. De staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak benadrukt de mogelijkheid voor de staatssecretaris om uit te gaan van de juistheid van informatie uit EU-vis, zoals eerder is vastgesteld in een uitspraak van de Afdeling.