ECLI:NL:RVS:2022:3431
Raad van State
- J.Th. Drop
- D.I. van Kesteren
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot beperkte kennisneming van vertrouwelijke informatie in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, van 27 september 2022. De rechtbank had in deze uitspraak een beslissing genomen in een geschil tussen de vreemdeling en de staatssecretaris. De staatssecretaris heeft een vertrouwelijke versie van een gedingstuk overgelegd en verzocht om beperking van de kennisneming van dit stuk op grond van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit artikel stelt dat de bestuursrechter kan besluiten dat bepaalde informatie niet door partijen mag worden ingezien als dit in het belang van de nationale veiligheid of andere gewichtige redenen is.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de verzoeken van de staatssecretaris beoordeeld. De staatssecretaris heeft aangevoerd dat de informatie in het gedingstuk vertrouwelijk is en dat het delen van deze informatie met de vreemdeling schadelijk kan zijn voor de nationale veiligheid en de vertrouwelijkheid van bestuurlijke inbreng. De Afdeling heeft de belangen afgewogen en geconcludeerd dat het belang van vertrouwelijk overleg en de bescherming van de nationale veiligheid in dit geval zwaarder weegt dan het belang van de vreemdeling om kennis te nemen van het stuk.
Uiteindelijk heeft de Afdeling het verzoek van de staatssecretaris tot beperkte kennisneming van het vertrouwelijke stuk toegewezen. De beslissing is genomen door mr. J.Th. Drop, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, in tegenwoordigheid van mr. D.I. van Kesteren, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt op 25 november 2022.