ECLI:NL:RVS:2021:26
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 13 januari 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling verzocht om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 12 juni 2020 niet in behandeling was genomen. De rechtbank Den Haag had op 25 november 2020 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, waarna de vreemdeling hoger beroep instelde en tevens verzocht om een voorlopige voorziening.
De vreemdeling vroeg de voorzieningenrechter om te bepalen dat hij niet zou worden overgedragen voordat er op het hoger beroep was beslist, en om opvang en verstrekkingen te ontvangen. De voorzieningenrechter heeft, na beoordeling van de ingediende stukken en de argumenten van de vreemdeling, besloten om de voorlopige voorziening te treffen. Dit besluit is gebaseerd op eerdere jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak.
In de beslissing heeft de voorzieningenrechter bepaald dat de vreemdeling niet mag worden overgedragen totdat er een uitspraak is gedaan in het hoger beroep. Daarnaast is de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn vastgesteld op € 534,00, geheel toe te rekenen aan beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is gedaan door mr. J.Th. Drop, met mr. J.A. Verweij als griffier, en is openbaar uitgesproken op 13 januari 2021.