Uitspraak
Datum uitspraak: 23 augustus 2021
BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad van State
In deze zaak heeft de burgemeester van Soest op 30 september 2020 de exploitatievergunning van een seksinrichting, geëxploiteerd door [bedrijf], ingetrokken. Dit besluit volgde op een advies van het Landelijk Bureau Bibob, dat op basis van strafbare feiten gepleegd door aandeelhouders van [verzoekster] tot deze intrekking adviseerde. De rechtbank Midden-Nederland verklaarde het beroep van [bedrijf] ongegrond, maar [bedrijf] ging in hoger beroep en vroeg om een voorlopige voorziening om de exploitatie van de massagesalon te kunnen voortzetten. De voorzieningenrechter van de Raad van State oordeelde dat de belangen van [bedrijf] zwaarder wegen dan die van de burgemeester, die de vergunning had ingetrokken om strafbare feiten te voorkomen. De voorzieningenrechter schorste het besluit van de burgemeester en oordeelde dat de burgemeester de proceskosten moest vergoeden. De zaak benadrukt de afweging tussen het voorkomen van strafbare feiten en de economische belangen van een onderneming.