20.3.Wat betreft de gevolgen van de voorziene woningen voor de verkeerssituatie in de omgeving, overweegt de Afdeling als volgt. Het staat vast dat de raad geen onderzoek heeft verricht naar de gevolgen van het extra verkeer vanwege de nieuwe woningen. Het verweer van de raad dat het plan, wat betreft de verkeersgeneratie, ongeveer dezelfde effecten zal hebben als het vorige plan, houdt geen stand. De raad dient bij het vaststellen van een bestemmingsplan te bezien wat de gevolgen zullen zijn van - in dit geval - de voorziene woonwijk, waarbij als referentie dient de feitelijk bestaande situatie ten tijde van het vaststellen van het bestemmingsplan. In de bestaande situatie is het plangebied onbebouwd. De verkeerssituatie die mogelijk is op grond van het vorige plan "Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen" uit 2014, is in het kader van het onderzoek naar de ruimtelijke aanvaardbaarheid van het plan niet van belang, nu de planologische mogelijkheden van het vorige bestemmingsplan niet zijn verwezenlijkt. Omdat een onderzoek naar de gevolgen van de verkeersgeneratie vanwege de woningen ontbreekt, is het plan in zoverre vastgesteld in strijd met de bij het nemen van een besluit te betrachten zorgvuldigheid. Het betoog slaagt.
21. Met het oog op een spoedige beslechting van het geschil zal de Afdeling een tussenuitspraak doen en de raad opdragen om alsnog binnen 16 weken na de verzending van deze tussenuitspraak de geconstateerde gebreken in het besluit van 24 april 2018 te herstellen.
De raad dient daartoe met inachtneming van hetgeen in 15.1 is overwogen de behoefte aan het voorziene tankstation te onderbouwen. De raad kan hiertoe alsnog een beroep doen op het rapport Dpo tanklocatie Amersfoort-Noord, indien zijn standpunt is dat de behoefte wordt aangetoond met dit rapport. In geval [appellante sub 2] zich niet kan verenigen met de inhoud van genoemd rapport, zal zij dit naar voren kunnen brengen in het kader van haar zienswijze tegen de herstelmotivering.
De raad dient verder met inachtneming van hetgeen in 20.3 is overwogen alsnog onderzoek te verrichten naar de gevolgen van de verkeersaantrekkende werking van de voorziene woningen voor de verkeersafwikkeling en -veiligheid in de omgeving en op grond van de uitkomsten van dat onderzoek nader te motiveren dat deze gevolgen ruimtelijk aanvaardbaar zijn.
De raad kan er ook voor kiezen het besluit te wijzigen. De raad dient de Afdeling en andere partijen mededeling te doen van een eventueel nieuw besluit en dit besluit zo spoedig mogelijk op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken en mede te delen. Bij de voorbereiding van het nieuwe besluit behoeft afdeling 3.4 van de Awb niet opnieuw te worden toegepast.
22. De Afdeling ziet aanleiding een voorlopige voorziening te treffen om onomkeerbare ontwikkelingen te voorkomen. Hiertoe zal de Afdeling het besluitonderdeel voor de woningen schorsen. Het besluitonderdeel voor het tankstation is geschorst door de voorzieningenrechter bij uitspraak van 12 oktober 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3315. 23. In de einduitspraak zal worden geoordeeld over de vergoeding van de proceskosten.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. draagt de raad van de gemeente Amersfoort op om:
- binnen 16 weken na de verzending van deze tussenuitspraak met inachtneming van hetgeen onder 21 is overwogen de daar omschreven gebreken in het besluit van 24 april 2018 te herstellen, en
- de Afdeling en de andere partijen de uitkomst mede te delen en het eventueel nieuwe besluit zo spoedig mogelijk op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken en mede te delen;
II. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Amersfoort van 24 april 2018 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Laan van Duurzaamheid" wat betreft de plandelen met de bestemmingen "Wonen - 1" en "Wonen - 4";
III. bepaalt dat de voorlopige voorziening vervalt nadat einduitspraak is gedaan.
Aldus vastgesteld door mr. C.H.M. van Altena, voorzitter, en mr. R.W.L. Koopmans en mr. H.J.M. Baldinger, leden, in tegenwoordigheid van mr. D. Milosavljević, griffier.
De voorzitter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
Uitgesproken in het openbaar op 20 mei 2020